Nickerie.Net, vrijdag 09 juni 2006  


Berichtgeving

Overstroming in het binnenland door zware regenval

 

Extreme regenval stagneert voedselvoorziening

DBS -  08/06/2006

Paramaribo - Door de extreme regenval stagneert in sommige gebieden de voedselvoorziening. Veel airstrips die gebruikt worden voor de levering van voedselpakketten vanuit Paramaribo, zijn ontoegankelijk. De drassige landingsbanen zijn moeilijk te repareren door gebrek aan materiaal, zei een functionaris van de Luchtvaartdienst.

Het vliegveld van bijvoorbeeld Langatabbetje in de Marowijnerivier in Oost-Suriname is al langer dan een week gesloten. Met moeite kunnen korjalen, de traditionele boten, in het snel stromend water de distributie van voedselpakketten in dat gebied verzorgen. De helikopters die enkele weken geleden hielpen bij de distributie, zijn vertrokken nadat het ergste leed was geleden. In het Boven-Surinamegebied is grootopperhoofd Belfon Aboikoni tevreden over de voedselhulp. Maandag, op weg naar Paramaribo, zei hij de regering verslag te zullen doen van de nieuwe noodsituatie in zijn stamgebied.

De toerismesector heeft door de laatste ontwikkelingen in het binnenland opnieuw een klap gekregen. Het vakantieoord Awaradam langs één van de bronrivieren van de Surinamerivier, zou maandag zijn hutten weer openen voor de opvang van ecotoeristen. Het plan viel in duigen doordat er alleen zondag al meer dan 100 millimeter regen viel, waardoor het complex overstroomd werd. Ook de vooruitzichten voor de andere oorden zijn slecht.

 


Suriname kampt opnieuw met overstromingen

PARAMARIBO - Bewoners van het rampgebied in het zuiden van Suriname geven er voorlopig de brui aan wat de schoonmaak van hun door overstromingen getroffen huizen en andere faciliteiten betreft. Ze verwachten opnieuw extreme wateroverlast, nadat de rivieren en kreken in de afgelopen vier weken al twee keer ver buiten hun oevers zijn getreden als gevolg van zware regenval.

De ‘grote regentijd’ houdt naar verwachting tot midden juli aan. De meeste dorpelingen langs de Boven-Surinamerivier zijn tijdelijk naar hoger gelegen gebieden verhuisd. Velen van hen menen dat die verhuizing een permanent karakter moet krijgen. Er moeten volgens hen nieuwe dorpen worden gebouwd. Dorpsbestuurders en de autoriteiten in Paramaribo buigen zich over deze optie.

Voor de hervatting van het onderwijs, die de dorpelingen als prioriteit zien, worden noodvoorzieningen getroffen. Een dorpsbestuurder zei woensdag dat er tenten worden opgezet. ‘We mikken erop dat er de komende week weer les kan worden gegeven.’

Het centrum voor rampenbeheersing NCCR volgt de wateroverlast in het Boven-Surinamegebied met argusogen. Volgens coördinator J. Slijngaard worden de stroomgebieden van rivieren in het Boven-Marowijnegebied en bij de zuidwestelijker gelegen indianendorpen ook goed in de gaten gehouden om verdere schade als gevolg van wateroverlast te minimaliseren.

De voedselvoorziening vanuit Paramaribo, die via lucht-, water- en landwegen wordt verzorgd, ondervindt geen stagnatie. Slijngaard zegt dat het onder de huidige omstandigheden zonder helikopters wel lukt. Nederland en Brazilië stelden vorige maand helikopters beschikbaar om de eerste noden te helpen lenigen.

ANP


Opnieuw overstromingen in Suriname

Paramaribo - Door hevige regenbuien in het zuiden van Suriname zijn daar opnieuw gebieden overstroomd. Hulpverleners zijn er nog druk bezig met de wederopbouw na de overstromingen van vorige maand.

Het zuiden van Suriname werd toen tot rampgebied verklaard. Dorpen raakten afgesloten van de buitenwereld en veel mensen hadden niets te eten en drinken. De afgelopen dagen is het water in de rivieren op sommige plaatsen 2,5 meter gestegen.

Door de regen zijn er problemen met de distributie van voedselpakketten. Landingsbanen staan blank en rivieren zijn moeilijk te bevaren.

Bron/Copyright:

NOS / Nickerie.Net

06-06-2006

 



SURINAME HUILT

13-05-2006 - Telegraaf,  CHARLES SANDERS

ASIDONOPO (Zuid-Suriname), zaterdag De mensen in het adembenemend mooie binnenland van Suriname zijn gastvrij en vriendelijk, maar het verdriet, de pijn en de zorgen zijn groot. Want wie zorgt er voor schoon drinkwater en voedsel in dit door overtollig water geteisterde tropische paradijs van gifslang, kaaiman, vogelspin, jaguar en bosneger?

Verslagen kindergezichten aanschouwen de puinhoop die het hoge water heeft aangericht.

In de regio Dyumu is het water weer enigszins gezakt. De dorpsbewoners proberen te redden wat er nog te redden valt. Maar het verdriet is groot als ze de enorme ravage in hun dorpen zien.
FOTOGRAFIE: DAIMON XANTHOPOULOS
Kinderen zijn hun schoolspullen kwijtgeraakt.
Kinderen zijn hun schoolspullen kwijtgeraakt.

SURINAME HUILT, want nooit eerder werd de republiek door een natuurramp, zoals die zich vorige week voltrok, getroffen. Grote delen van het land stonden meters onder water; na zware regenval traden rivieren buiten hun oevers. Het aantal doden bleef tot drie beperkt, maar minstens 35.000 mensen raakten huis en inkomen kwijt. „Voor dit land even erg als ónze watersnoodramp van 1953”, zegt hulpverlener Koos Dekkers van het Amsterdamse waterleidingbedrijf, toevallig aanwezig in het gebied. Menselijk drama in de overstroomde nederzettingen van een voormalige kolonie.

Zware overstromingen vergelijkbaar met onze watersnoodramp van 1953

Hutten weggespoeld, scholen verwoest, oogsten vernietigd

Als hulp niet snel komt, dreigen hongersnood en epidemische ziekten

De regering vooralsnog niet, want de hulpverlening stokt. Zo zijn er nog amper voedselpakketten ingevlogen en vragen de veelal straatarme stammen zich af hoe ze vrouwen en kinderen de komende dagen, weken en maanden moeten voeden. Als we per boot in het zwaar getroffen gebied de grote rivieren afzakken, is de ellende van de mensen niet te overzien. Junglehutten zijn weggespoeld, schoolgebouwen verwoest, de oogst vernietigd. Het waterpeil mag de afgelopen dagen dan weer naar relatief normale hoogten zijn gezakt, de problemen zijn er niet minder om. Want wat rest na de grote overstromingen is één grote puinhoop. Met name in het gebied rond de Marowijne, bij de grens met Frans Guyana en Brazilië, en langs de oevers van de Surinamerivier, de Pikin Rio en Gran Rio. Allesoverheersend na de extreme vloed van vorige weekeinde is de angst voor een tweede en derde aanval van het water. Want als het in het grensgebied met Brazilië zwaar regent, krijgen ook noordelijker delen van Suriname klappen. In Asidonopo zegt hoofd-kapitein Albart Aboikoni: „Het is mei, begin van het regenseizoen. Maar dit jaar was de eerste aanval van het water meteen meedogenloos. En wij weten dat er in totaal drie van dit soort springvloeden zijn. Daarom juicht niemand nu het rivierniveau iets zakt, daarom vrezen wij de toekomst.”

Cholera De hoofd-kapitein, een functie vergelijkbaar met die van burgemeester, houdt rekening met rampscenario’s: het uitbreken van epidemische ziekten als cholera, veroorzaakt door vervuiling van rivier- en grondwater. Aboikoni: „De latrines staan bij ons gewoon in het veld en in de bossen. Door de overstromingen zijn grond en rivieren vervuild geraakt, waardoor bijvoorbeeld cholera mijn mensen zou kunnen treffen. Hongersnood is er in dit gebied nog niet, maar als hulp nog veel langer uitblijft, is ook dat slechts een kwestie van tijd. Eindelijk is een eenheid van het nationale leger gearriveerd, maar waarom niet massaler en – vooral – waarom niet eerder… Bovendien bleken onze soldaten geen geld te hebben om boten te kunnen huren en op onderzoek te gaan.” Suriname prees zichzelf altijd dat de republiek op de evenaar verschoond was gebleven van natuurrampen. Geen vulkaanuitbarstingen, amper tropische stormen, nooit aardbevingen. Tot het noodlot afgelopen zaterdagnacht alsnog toesloeg. In drie dagen tijd steeg het water in de belangrijkste rivieren gemiddeld vijf meter, waardoor complete dorpen en nederzettingen blank kwamen te staan. Drie kinderen verdronken door het snel wassende water. Vele anderen overleefden, maar zitten nu in een uitzichtloze situatie. Als we na een vlucht per gecharterde Cessna vanuit de hoofdstad Paramaribo in Zuid-Suriname aankomen, spreken we in Loti Amoida plaatsvervangend burgemeester Kono Celli (53). De bouwvakker, die zijn dagelijks brood in Frans Guyana verdient, is teruggekomen naar zijn geboorteplaats toen hij van de overstromingen hoorde.

Sluipaanval Terwijl hij tot aan zijn knieën in de modder staat, zegt de vooraanstaande dorpeling: „Mijn familie is ongeschonden uit deze sluipaanval van de natuur gekomen, maar de omstandigheden waarin wij nu moeten leven zijn amper nog menswaardig te noemen. Alles is stuk of weg. Persoonlijke bezittingen, winkels, postkantoren, telefooncellen. Ik doe wat ik kan, maar weet niet hoe het uiteindelijk verder moet. Mijn hoofd zegt ’vecht door’, maar mijn hart wil capituleren en staat bijna stil…” De Surinaamse autoriteiten hebben vanuit hoofdstad Paramaribo de hulpactie Fala Watra gestart, maar steun komt vooral uit Nederland, waar de steden Amsterdam en Rotterdam elk een kwart miljoen euro hebben gedoneerd. Ook de regering in Den Haag heeft inmiddels 1 miljoen euro aan financiële steun toegezegd, een schril contrast met wat president Ronald Venetiaan tot nog toe presteerde. De Surinaamse president bracht pas gisterenmiddag, zes dagen na het uitbreken van de watersnood, een kort bezoek aan het rampgebied.

Willem Pansa, lokaal bestuurder in Kone Pikin Tio, zegt: „Dat zegt veel. Als een leider zich in noodsituaties zo gedraagt, zo afwezig is, kun je je afvragen of hij de juiste man op de juiste plaats is. Terwijl in Nederland morgen een landelijke actie op televisie wordt georganiseerd, heerst er in eigen land vooral radiostilte. Daar schaam ik me voor. En niet zo’n klein beetje ook.” Als we in Dyumu arriveren, nederzetting langs de Gran Rio, die even verderop met de Pikin Rio samensmelt tot de woest kolkende Surinamerivier, is hoofdzuster Wilma Lugard druk met het helpen van moeders en ouderen in de regionale gezondheidskliniek. Vanuit het ministerie voor Volksgezondheid in Paramaribo heeft zij opdracht gekregen te zwijgen tegenover buitenlandse journalisten. Omdat „verhalen over slechte medische verzorging het land geen goed doen”. Toch vertelt zij ons: „Ik vrees voor mijn mensen, voor mijn patiënten. Want in Zuid-Suriname is wel degelijk sprake van een rampsituatie. Het water zakt, maar het gevaar voor epidemieën stijgt, ligt nu overal op de loer. Rivierwater is vervuild, ziektes kunnen elk moment uitbreken. Iedereen maakt zich grote zorgen en is bang voor bijvoorbeeld cholera. Wij zijn hier verantwoordelijk voor 15 nederzettingen, voor 7000 mensen, en dat is dezer dagen een groot probleem. Want leer dorpelingen maar eens dat je rivierwater, decennialang schoon en veilig, plotsklaps moet koken om niet heel erg ziek te worden.”

 


’Er is snel hulp nodig’

Als het weer gaat regenen, dreigt nog meer ellende

In een plaats twee kilometer stroomopwaarts treffen we Amsterdammer Koos Dekkers, werkzaam voor het Amsterdamse waterleidingbedrijf, en hier aanwezig voor een „routineklus”. „Deze overstromingen hebben tal van nederzettingen zwaar getroffen”, aldus de techneut uit Mokum. „Er mogen dan tot nog toe weinig slachtoffers zijn, de gevolgen van de buiten hun oevers tredende rivieren zijn door de lokale armoede vergelijkbaar met wat Nederland tijdens de watersnoodramp in Zeeland is overkomen. Heel erg en we moeten met zijn allen de armen voor deze vriendelijke Surinamers uit de mouwen steken.” Ingeklemd tussen Brits en Frans Guyana, Brazilië en de Atlantische Oceaan is de voormalige Nederlandse kolonie Suriname met zijn 500.000 inwoners aan de rand van het Amazone regenwoud een land waar de natuur tot voor kort vriendelijk was voor de bevolking. Sinds 1667 in Nederlandse handen werd het een wereldcentrum van de slavenhandel. Nederlandse plantage-eigenaren haalden slaven uit West-Afrika om hen op de Surinaamse plantages te werk te stellen. Toen de slavernij in 1863 werd afgeschaft, moesten de zwarte Afrikanen zichzelf zien te redden onder het nog altijd keiharde Hollandse bestuur. In 1975 werd de kolonie een zelfstandige republiek. Na te hebben gezucht onder de militaire junta van ex-sergeant Desi Bouterse en diens strijd met junglecommandant Ronnie Brunswijk, kwam het land in rustiger vaarwater. Maar door alle politieke, economische en sociale ellende bleef de jonge republiek een zorgenkind. Met voor sommigen als enige uitvlucht de drugssmokkel. Jaarlijks wordt 30.000 kilo Colombiaanse cocaïne via Suriname naar de Verenigde Staten en Europa gesmokkeld. Reden dat op Schiphol vluchten uit Paramaribo voor ’100 procent’ worden gecontroleerd en dat de Amerikaanse antidrugseenheid DEA Surinamers als potentiële smokkelaars ziet. Met name de Marrons, veelal straatarme bosnegers die afstammen van de slaven, zijn door de watersnood zwaar getroffen. Zij geloven heilig in de invloed van boze geesten, Kunus, de Surinaamse variant op voodoo. En het zouden deze Kunus zijn die de natuurramp over de Marrons in de overstroomde gebieden hebben afgeroepen.

Medicijnman In één van de nederzettingen langs de Gran Rio zegt de schoon aan de haak 130 kilo wegende medicijnman Asenia Moida, terwijl zijn kapitein Mahoni Pansa leunend tegen een boom meeluistert: „Ik denk dat de geesten verantwoordelijk zijn voor deze ramp, dat we die aan onszelf te wijten hebben. Mijn dorp is niet goed geweest, geestelijk onrein. En dan krijg je dit soort toestanden. De geesten hebben ons willen schoonwassen. Daarvoor zijn de rivieren en het stijgende water gebruikt, een harde les voor de toekomst.”

Hij wijst naar een door de wateroverlast gevelde Kan Kan Trie, de grootste boom van Suriname, en vervolgt: „Zelfs die bosgod heeft het moeten ontgelden. Dan spreek je dus echt over de toorn der geesten…” De vrees dat de Kunus opnieuw aan de Marrons hun woede zullen tonen, is bepaald niet denkbeeldig. Vandaar dat met angst naar de donkere regenluchten wordt gekeken. Het water in de rivieren mag dalen, dat is nog lang geen zekerheid voor een veilige toekomst. In Semoisie, een van de laatste dorpen in het stromingsgebied van de Gran Rio, zegt kapitein – wethouder – Humphrey Bappar: „In de nacht van zaterdag op zondag kwam het water, er viel in drie uur meer regen dan normaal in drie weken. Onze Kapitein Mango School werd verwoest en de kleintjes kunnen nu fluiten naar hun rapport of examen.” In het door modder overspoelde dorp hangen de kinderen een beetje rond, vooral bij hun school. Eén van hen, een 7-jarig jochie, grijnst en wijst naar het schoolbord van zijn tweede klas. De kleine Wesley blijkt stout te zijn geweest. In vlekkeloos Nederlands heeft de inmiddels naar Paramaribo uitgeweken onderwijzeres daar voor hem met krijt gekalkt: ’Ik moet honderd strafregels schrijven, ik mag niet te laat komen, om acht uur begint de school.’ ,,Die hoef ik alvast niet te schrijven”, zegt het vrolijke ventje. Humphrey Bappar: „Wat ik het meest schrijnend vind? Dat jullie in Nederland actie voeren voor lijdend Suriname terwijl onze bestuurders niets van zich laten horen. Alle mooie verhalen ten spijt, hier zijn dus géén voedselpakketten uitgedeeld, hier is nog géén telefoon. Of schoon water. Of elektriciteit. De oogst is verwoest, de voedselvoorraden uitgeput, het drinkwater vervuild. Zware regenval heeft ervoor gezorgd dat wij in een paar dagen tijd zijn teruggevallen in het stenen tijdperk. Ik weet niet of de geesten van onze voorouders deze watersnoodramp over ons hebben afgeroepen. Ik weet alleen dat we hulp nodig hebben. En verdraaid snel.”


Chaos in rampgebied Zuidoost-Suriname

Telegraaf, za 13 mei 2006

PARAMARIBO - Het crisisteam van de Surinaamse regering maakt zich grote zorgen over de situatie in het zuidoosten van het land. „We krijgen rapportages over stijging van het water in de rivieren' , zegt zaterdag minister M. Felisie, coördinator van het crisisteam.

In het rampgebied langs de bovenloop van de Surinamerivier heeft president Ronald Venetiaan „totale chaos” geconstateerd. „Het water is goed teruggetrokken, maar er is totale chaos in huizen en scholen; er ligt vooral veel vuil en rommel en het is een grote uitdaging om de zaak op te ruimen en weer bruikbaar te maken.”

Venetiaan heeft een traditionele 'krutu', een vergadering gehouden met de bewoners van Asidonhopo. Hij gaf gezondheidstips: „doe alles met gekookt water”. De distributie van voedselpakketten aan de getroffen bewoners is goed op gang gekomen. Volgens Venetiaan zijn de mensen vol goede moed om te werken aan de wederopbouw, die zwaarder zal zijn dan werd verwacht.

De bewoners van van Djumu, Asidonhopo en Semoisi geven hoge prioriteit aan hervatting van het onderwijs. Venetiaan hoopt dat leerkrachten veel creativiteit aan de dag kunnen leggen om buiten de modderige scholen en met gebrek aan meubilair en lesmateriaal de kinderen op te vangen.

In het zuidoosten van Suriname stijgt het water opnieuw. Het gaat hierbij om de Tapanahony-, Lawa- en Boven-Marowijnerivier. Mensen wonen hier niet alleen op de oevers, maar ook op 'tabbetjes', eilanden in de rivieren. Venetiaan en het crisisteam vliegen zaterdag vanuit Paramaribo naar dit deel van het rampgebied.


EU stuurt rampenspecialist naar Suriname Sardjoe vraagt aandacht op Weense top

Iwan Brave, 13/05/2006

WENEN/BRUSSEL - Simon Horner, hoofd van de Afdeling Humanitaire Hulp van de Europese Commissie (ECHO), verklaart desgevraagd tegenover de Ware Tijd dat zijn organisatie een rampenspecialist heeft gestuurd naar Suriname. Deze zal een team van het Rampenfonds van de Verenigde Naties (UNDAC) naar het binnenland vergezellen en poolshoogte nemen van de situatie in de overstroomde gebieden.

Ramdien Sardjoe tijdens een interview met de Ware Tijd in Wenen.

“We volgen de situatie op de voet, vooral omdat er nog meer zware regens zijn voorspeld”, zegt Horner vanuit Brussel, België. Afhankelijk van de noden wordt beslist of humanitaire hulp wordt verleend. De rampenspecialist dient deze zeer snel vast te stellen. “Na rapportage zal een beslissing worden genomen of er een fonds ter beschikking wordt gesteld”, aldus Horner. Vice-president Ramdien Sardjoe heeft gisteren tijdens zijn toespraak op de top van Europese, Latijns-Amerikaanse en Caribische landen (EU-LAC) in Wenen, Oostenrijk, de overstroming onder de aandacht gebracht. “Ik heb een insteek genomen bij het thema milieu”, zegt Sardjoe in een interview met de Ware Tijd in Wenen.

“Ik vond het nodig in de hoop dat nodige ondersteuning en hulp loskomt.” Maar hij heeft hiermee ook willen benadrukken dat de gevolgen van klimaatverandering “geen grenzen” kennen. “Het is nu Suriname, maar morgen de gehele wereldgemeenschap”, aldus Sardjoe. Hij heeft gepleit voor “wapenen” tegen klimaatverandering en noemde daarbij toepassing van alarmsystemen die waarschuwen voor aankomende rampen. “Maar bovenal moeten we wereldwijd een duidelijk milieubeleid formuleren om gevolgen van klimaatverandering te beperken. Geheel voorkomen zal nooit”, zegt Sardjoe. “Ik heb de hoop uitgesproken dat multilaterale verdragen met betrekking tot het milieu de volle ondersteuning krijgen van de deelnemende staten.” Het was de eerste keer dat tijdens een EU-LAC-top het thema milieu op de agenda stond. Voor Sardjoe was zijn oproep uit het hart gegrepen. Tot voor de watersnood in het binnenland zou zijn toespraak gaan over versterking van de democratie en mensenrechten en bestrijding van het terrorisme. “Ik heb deze accenten laten schieten. Ik heb verteld dat het voor het eerst in de geschiedenis is dat ons land kennismaakt met een zodanige regenval en dat bijkans 175 dorpen zodanig zijn getroffen, dat een belangrijk deel van de bewoners zijn heil heeft moeten zoeken in hoger gelegen gebieden. En ook dat er enorme schade is aangericht aan infrastructurele basisvoorzieningen zoals drinkwater, onderwijs en gezondheidszorg.” Sardjoe’s pleidooi was niet aan dovemansoren gezegd. In de slotverklaring van de summit staat over milieu onder meer: “Speciale aandacht zal worden geschonken aan samenwerking op gebied van klimaatverandering, woestijnvorming, energie, water, biodiversiteit, bossen en chemisch beheer.”-.


‘Vliegen niet gratis’

DWT, Martin Redjodikromo - 13/05/2006

Paramaribo - Transportkosten slokken veel op van de financiële hulp voor de slachtoffers in het binnenland. Om snel de hulpbehoevenden te bereiken, worden lokale vliegmaatschappijen ingezet voor het vervoeren van hulpgoederen. President Ronald Venetiaan heeft kritiek geleverd op transportmaatschappijen die vooraf betaling eisen.

Gum Air heeft voor de noodsituatie een gereduceerd tarief ingesteld voor Operatie Fala Watra en niet-gouvernementele organisaties die goederen naar het binnenland sturen. “Dat is onze bijdrage. Dus good corporate citizenship”, zegt Dean Gummels van het bedrijf. “Gemiddeld kost een charter nu 1000 US dollar.” Over de betaling van de vele chartervluchten maakt hij zich niet druk. “In deze periode moeten we het puur hebben van het werken op vertrouwensbasis. Trouwens, van het Nationale Coördinatie Centrum Rampenbestrijding (NCCR) hebben we een garantiebrief ontvangen, waarin staat dat we achteraf ons geld zullen ontvangen.” Over de voorraad aan vliegtuigbrandstof maakt Gummels zich ook niet druk. “Daarvan hebben we voldoende.” Behalve het NCCR maken niet-gouvernementele organisaties en de Mets ook gebruik van de diensten van het vliegbedrijf.

Gum Air kan met negen toestellen het totale getroffen gebied bereiken. Tussen het inladen van drie vliegtuigen door, maakt Amichand Jhauw van Blue Wings Airlines wat tijd vrij voor de Ware Tijd. Hij verduidelijkt dat nergens ter wereld een vliegbedrijf tickets achteraf verkoopt. “Wij vliegen voor iedereen zolang er betaald wordt, of het nou vooraf, achteraf of na tien jaar gebeurt. Feit is dat er niet gratis wordt gevlogen voor niemand!” Over de betalingsregeling met de overheid voor het verrichten van Operatie Fala Watra kan hij geen details prijsgeven. “Dat is des directie wat ze heeft besloten met de overheid. Ik zorg dat de vluchten worden uitgevoerd.”

Bij beide maatschappijen heerste er gisteren een drukte van je welste. Gum Air heeft gisteren 22 vluchten uitgevoerd en Blue Wings 10. Beide vertegenwoordigers ontkennen dat het een compleet gekkenhuis is. “Integendeel, alles loopt gesmeerd.”.-.


Het normale leven aan de Boven-Suriname lijkt schijnbaar teruggekeerd.

‘Huil maar niet Paul’

DWT - Vernon Texel, 13/05/2006

Paramaribo -  Vertrouwde beelden van vrouwen die de dagelijkse (af)was doen aan de oevers van de rivier, kinderen die genieten van het koele water en mannen die de rivieren op- en afvaren. De innige band tussen mens en rivier lijkt hersteld, bekeken vanuit mijn plek in een rustig varende korjaal. Niets wijst erop dat enkele dagen geleden de toorn van de watergoden een wig dreef tussen de natuur en de plaatselijke bevolking.

Bij de eerste stop op Asidonhopo slaat de realiteit echter hard toe. Totaal verwoeste woningen, doorweekte interieuren en zeer geëmotioneerde mensen herinneren aan de ramp die het gebied in de afgelopen nacht van zaterdag op zondag trof. Het water kwam in het holst van de nacht met een behoorlijke snelheid waardoor weinig kon worden gered. Voor het huis van Loti Amoida ligt haar keukengerei en andere huishoudelijke spullen die ze probeert schoon te krijgen. De vloer is veranderd in een modderige brei. Alles is bedekt met slijk. “Mi no habi noti fu nyan. Ala mi gron sungu.” Ze vraagt zich wanhopig af hoe ze haar vijf kinderen moet voeden, aangezien haar totale rijstaanplant is vernietigd.

Het dorp Dyumu, waar ook de medische post van de Medische Zending is, kwam er relatief goed vanaf. Op de school en enkele woningen na, is de rest van het dorp gespaard gebleven. Het vakantieoord Kumalu daarentegen is totaal verwoest. In de daarop bezochte dorpen wordt het beeld er niet beter op. Overal ontredderde gezichten en kinderen die de ernst van de situatie blijkbaar nauwelijks kunnen inschatten.

De school op Semoisie met aan de voorkant de gedenkplaat van kapitein Mango, naar wie zij is vernoemd, is een troosteloze aanblik. In een lokaal is nog net de oefenstof van de vorige week vrijdag te lezen. ‘Woordpakket 5, huis, lek, hal’. Een rand dwars over het schoolbord laat duidelijk zien dat het water daar zeker twee meter hoog heeft gestaan. Volgens enkele medicijnmannen is de vloed God’s hand. De omgeving zou schoongewassen zijn van alle kwade invloeden. “Huil maar niet Paul”, staat geschreven op een bord in een ander lokaal. Een voorbode van de watergoden.

Grote materiële schade, maar gelukkig zijn er geen levens te betreuren. Maar de vrees voor een tweede overstroming zit er voorlopig dik in. Tijdens mijn vlucht terug naar Paramaribo, leef ik mee met de slachtoffers. De vervaarlijk samenpakkende donkergrijze wolken laten binnen enkele ogenblikken hun watermassa’s weer los op het gebied.-.

Bron/Copyright:

,14/05/2006


Voedseltekort groot Inheemsen wijken uit naar Brazilië en Frans-Guyana

Kelly Szommer, DWT - 12/05/2006

Paramaribo - Inheemsen woonachtig in dorpen in de Sipaliwinisavanna, zijn woensdagmiddag de grens overgestoken naar Brazilië op zoek naar voedsel. Ook zijn alle bewoners van het Wayanadorp Kawemhakan getrokken naar het naburige Frans-Guyana, omdat hun dorp volledig is ondergelopen. Over hun toestand is niets bekend. Ook is nog niets vernomen over de Wayanagemeenschappen Puleowime, Abunasunga en Kamahkapan.

De hevige regenval van het afgelopen weekend heeft grote delen van achttien Trio- en Wayanadorpen in Zuid-Suriname overstroomd. Totaal zijn circa 2.800 personen gedupeerd. Aan de Sipaliwini-, de Lucie- en Corantijnrivier, zijn alle kostgronden en dorpen deels ondergelopen.

Het grootste dorp, Kwamalasamutu met 1.000 inwoners, gelegen aan de Sipaliwinirivier, is nog niet overstroomd. Maar het water stijgt nog steeds en heeft inmiddels de polikliniek bereikt. Aan de Tapanahonyrivier is hetzelfde scenario te zien. Daar de polikliniek van Apetina hoog ligt, is zij niet ondergelopen. In Palumeu is de pas geïnstalleerde mini-waterkrachtcentrale voor het opwekken van elektriciteit echter onbruikbaar. In Tepu zijn minstens zestig kostgronden overstroomd. De toestand in de getroffen gebieden ziet er niet rooskleurig uit. Zelf als het waterpeil begint te zakken, blijft er een dikke modderlaag over waardoor het nog altijd onmogelijk is om in de voedselvoorziening te voldoen, zegt de Vereniging van Dorpshoofden in Suriname (Vids) in een communiqué. Volgens de organisatie is het voor de bevolking van de getroffen dorpen praktisch onmogelijk om aan voedsel te komen. Zij zijn volledig afhankelijk van de geboden hulp.

De Vids is belast met de coördinatie van de hulp aan de getroffen inheemse gebieden. Vids-voorzitter Loreen Jubitana: “Wij staan constant in contact met het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbeheersing om altijd zo snel mogelijk de recentste informatie te krijgen. Door het radionetwerk van de vereniging wordt getracht informatie te krijgen om een inventarisatie te kunnen opmaken van de benodigde hulp.” Jubitana benadrukt dat de dorpen vooral behoefte hebben aan voedsel, drinkwater en opslagcapaciteit voor het drinkwater zoals durotanks. “In de meeste dorpen is het meeste water een beetje gezakt, maar het regent nog steeds. De hoge transportkosten zijn een groot obstakel voor het organiseren van hulp, mede daar de dorpen slechts via de lucht bereikbaar zijn. Ik maak me wel zorgen omdat het vrijdag volle maan is. Dan regent het altijd harder.” Ook voor de gevolgen van de waterramp blijft de Vids niet onbewogen. “Er is een grote kans dat malaria toeneemt. Dit kan in het slechtste geval leiden tot een epidemie. Militaire troepen zijn inmiddels vertrokken met medicijnen naar de getroffen gebieden,” aldus een bezorgde Jubitana.-


Voedsel eindelijk gedropt

President Venetiaan heeft officieel om internationale hulp gevraagd

 

Filia Enser, DWT-12/05/2006

Paramaribo - De bewoners uit de getroffen gebieden hebben gisteren eindelijk voeding ontvangen. Acht vliegtuigen met hulpgoederen en medicamenten zijn naar het binnenland vervoerd. In het Boven-Tapanahonygebied omgeving Dritabiki, dreigen nu overstromingen. “De regering heeft niet getalmd om het talmen,” zegt defensieminister Ivan Fernald. Hij doelt hiermee op het verwijt dat is geslingerd naar de regering als zou zij treuzelen met bevoorrading van de getroffenen.

Minister Michel Felisi van Regionale Ontwikkeling zegt dat er wat de bevoorrading betreft zo verantwoordelijk mogelijk met de situatie moet worden omgesprongen, omdat niet het risico gelopen moet worden dat bepaalde delen wel en weer andere niet van voeding worden voorzien. Volgens Majoor Ulrich Korte bestaan de hulpgoederenpakketten uit onder andere rijst, water, broodbeschuit en olie. Daarnaast ligt in de planning om op weekbasis overlevingspakketten voor een gezin bestaande uit vijf personen samen te stellen. Coördinator Jerry Slijngard van het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbeheersing geeft mee dat door de regenval de wegen moeilijk begaanbaar zijn en de kosten voor het luchttransport enorm zijn. Vervoer te land moet met speciale voertuigen worden uitgevoerd.

President Venetiaan heeft officieel om internationale hulp gevraagd, maar tot nog toe wordt met eigen middelen gewerkt. Minister Fernald benadrukt dat alle noodhulp zal worden bestemd voor de doelgroep.-.


Koningin Beatrix betoont medeleven

DWT,  Vernon Texel, 12/05/2006

Paramaribo - De Nederlandse koningin Beatrix heeft per telegram de Surinaamse bevolking, in het bijzonder die in het door rampspoed getroffen deel van het land, haar medeleven betuigd. Ook premier Jan-Peter Balkenende bracht deze boodschap over in een telefoongesprek met president Ronald Venetiaan. Balkenende benadrukte dat het leed in Suriname de Nederlanders persoonlijk raakt.

Hij wees erop dat veel inwoners van Nederland familie hebben in Suriname en vele anderen een kennis, vriend of bekenden hebben in het land. Dat verklaart volgens hem ook waarom de hulp uit Nederland massaal op gang komt. In Nederland worden steeds meer hulpacties gehouden. Zo heeft een groep artiesten en dj’s een nummer opgenomen waarvan de opbrengst naar Suriname gaat. Zondag wordt in Nederland een grote nationale steunactie gehouden. Hoewel de luchtbrug gisteren is opgestart, zijn veel van de getroffen gebieden in Boven-Suriname en -Marowijne nog verstoken van de eerste levensbehoeften. Intussen neemt de vrees toe voor de uitbraak van besmettelijke ziekten in de gebieden die door overstromingen zijn getroffen. Daarom zijn er al extra medicamenten besteld. “Wij weten dat gezondheidsproblemen pas een week na het gebeuren naar voren komen. Wij zijn erop voorbereid,” aldus minister Celsius Waterberg van Volksgezondheid. Ook de bewoners van de getroffen gebieden vrezen de uitbraak van ziekten als cholera en diarree, typische ziekten die de kop opsteken bij gebrek aan schoon drinkwater. “We hebben hier en daar al uitwerpselen in het water zien drijven.” Belangrijkste reden voor de trage hulpverlening is dat de meeste dorpen moeilijk bereikbaar zijn. Het rampenteam heeft inmiddels om helikopters gevraagd om vanuit buurland Frans-Guyana een luchtbrug te kunnen openen. Als het verzoek wordt ingewilligd, is het de bedoeling om vooral noodhulp te vervoeren naar de door wateroverlast getroffen gebieden.-.

 


‘Centrale database nodig voor voorspelling natuurrampen’

DWT - Nancy de Randamie, 12/05/2006

Paramaribo - Er zou volgens hydro- meteoroloog Sieuwnath Naipal een centraal databestand moeten worden aangelegd, waardoor in ons land natuurrampen als extreme droogte of overstromingen beter kunnen worden voorspeld. Naipaul: "Momenteel vindt versnipperd en op ongestructureerde wijze dataverzameling over klimaatveranderingen en temperatuurswijzigingen plaats. Wil je kunnen voorspellen wat de ontwikkelingen zijn op korte- en middenlangetermijn, moeten gegevens consistent worden bijgehouden."

Naipaul stelt voor dat deze centrale database via de Anton de Kom Universiteit van Suriname loopt, zodat data-inzameling en gegevensverwerking direct gekoppeld kunnen worden aan wetenschappelijk onderzoek. Verwerkte data kunnen bijvoorbeeld op een website worden geplaatst. Om dit te realiseren is wel de samenwerking van verschillende ministeries en diensten nodig. "En dat is nu juist de bottleneck", zegt Naipal. Hij pleit er in ieder geval voor dat de ministeries van Regionale Ontwikkeling, Openbare Werken, en Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer in ieder geval beginnen meer met elkaar af te stemmen. "Niet alleen meteorologische en klimatologische gegevens zijn nodig, maar ook data over de bodemgesteldheid, vegetatie, mate van ontbossing, verandering in rivierstromen, en ga zo maar door." Ook zou volgens de meteoroloog geïnvesteerd moeten worden in apparatuur, waardoor het mogelijk wordt dergelijk onderzoek te doen.

Hij noemt als noodzakelijke voorwaarde voor opzet van een goede database de inzet van satellieten en plaatsing van meetstations in verafgelegen gebieden waar deze nog ontbreken. “De meteorologische dienst meet momenteel tot aan de Tafelberg de neerslag. Maar niet bekend is hoeveel neerslag er valt in het Eilerts de Haan-gebergte of het Kaysergebergte. Zodra we dit soort gegevens ook binnenkrijgen, wordt het makkelijker om extreme weersomstandigheden te voorspellen.”-.


Goederenstroom goed opgang in Nickerie

DWT - Beta Debidien, 12/05/2006

Nickerianen helpen mee om rijst te verpakken in het crisiscentrum. Tot gistermiddag had het rijstdistrict 14 ton rijst en 4.500 Surinaamse dollar ingezameld.

NIEUW-NICKERIE - De inzameling van goederen voor de hulpbehoevenden in het binnenland is goed op gang gekomen. Tot gistermiddag heeft het Coördinatieteam ‘Nickerie Noodhulp Centrum voor het Binnenland’ totaal 14 ton rijst, spijsolie, nieuwe en tweedehandse kledingstukken, beddelakens en levensmiddelen geïnventariseerd. Aan contanten is 4.500 Surinaamse dollar gestort. Met 500 Surinaamse dollar en vijf ton rijst is Lions Club Nieuw-Nickerie tot gisteren de grootste donateur geweest in het rijstdistrict.

August Lila, lid van het Coördinatieteam, merkte op dat de goederenstroom vanaf de eerste dag van het instellen van het crisiscentrum op gang kwam. De middelen zullen zo snel als mogelijk worden afgevoerd naar de plaats van bestemming.-.


Operatie Fala Watra kost meer dan SRD 70 miljoen

DWT, Eric Mahabier - 12/05/2006

Paramaribo - De operatie Fala Watra is ruw begroot op 70 miljoen Surinaamse dollar. Volgens president Ronald Venetiaan is slechts een schijntje, namelijk nog geen 10 miljoen Surinaamse dollar van dit bedrag, voorlopig aan hulp binnengekomen. De toezeggingen van onder andere Nederland over de 1 miljoen euro en de onlangs gedane donaties door de parastatale bedrijven zijn hierin inbegrepen. De kans is groot dat deze ruwe begroting verder zal oplopen, omdat deze slechts voor een beperkte periode opgesteld is. Deze mededeling deed het staatshoofd gisterenavond aan De Nationale Assemblée die in een openbare spoedzitting bijeenkwam om van de regering informatie te krijgen over de waterramp.

Luanda Landveld van het Binnenlandoverleg van NGO's (rechts) bijgestaan door luitenant-kolonel Hussein Ali van de luchtmacht leggen drie bestuursopzichters uit hoe de noodhulppakketten te verdelen rond het vliegveld Djumu.

Venetiaan zegt dat de wederopbouw van de dorpen, met het oog op het totaal verlies van de kostgrondjes, ook meegenomen wordt in de begroting. Minister Humphrey Hildenberg van Financiën informeerde het parlement dat de ministerraad deze week de oprichting van een noodfonds heeft goedgekeurd. Hieruit zullen de specifieke activiteiten voor de ramp worden gefinancierd. De regering heeft alvast 2,8 miljoen Surinaamse dollar gestort. De regering heeft van lokale bedrijven toezeggingen van 850.000 US dollar en 250.000 Surinaamse dollar. Aan internationale toezeggingen is er een bedrag van ruim 1,5 miljoen US dollar. Daarnaast wordt ook materiële en technische hulp verleend.

De volksvertegenwoordiging wil zich volgens voorzitter Paul Somohardjo “van minuut tot minuut” laten informeren over de actuele stand van zaken. In de huishoudelijke vergadering die voorafging aan de openbare vergadering, is besloten een permanente parlementaire commissie in het leven te roepen die zich breed moet gaan oriënteren en de assemblee continu moet informeren over de laatste ontwikkelingen. “Het was en het is verontrustend”, zegt defensieminister Ivan Fernald over de ontwikkelingen van gisteren. Het water in onder andere de Tapanahony stijgt. Volgens Fernald zal slechts bij “noodzakelijkheid” worden overgegaan tot evacuatie van de bewoners. De slachtoffers naar de stad evacueren, ziet hij daarbij niet als een eerste optie.-.


VN stuurt hulpverleners Internationale response op watersnood groeit

DWT, Ivan Cairo, 11/05/2006

Paramaribo - Het VN rampenbeheersingsorgaan UNDAC stuurt hulpverleners naar Suriname om te assisteren bij de noodhulp aan slachtoffers in de overstroomde gebieden in het binnenland. Een Fact Finding missie van zes personen is gisteravond aangekomen. Ondertussen heeft president Ronald Venetiaan een verzoek gedaan aan de Verenigde Naties en de internationale gemeenschap om hulp te bieden.

Het VN-team bestaande uit rampendeskundigen zal de schade inventariseren en de meest dringende behoeften, zegt UNDAC-woordvoerster Elisabeth Byrs. De Europese Unie heeft aangegeven ook een team naar Suriname te zullen sturen, dat de impact van de ramp moet vaststellen op basis waarvan de EU haar hulp zal bepalen.

Ondertussen heeft het VN-agentschap dat humanitaire operaties coördineert, OCHA, een noodschenking van 30.000 US dollar gedaan voor acute humanitaire hulp. Ook andere VN-werkarmen zetten zich in. Zo heeft de ontwikkelingspoot, UNDP, al 100.000 Amerikaanse dollar aan noodhulp gemobiliseerd. Dat meldt OCHA in zijn eerste ‘situatierapport’ over de overstromingen in het binnenland. Vijf dagen na de natuurramp neemt de kans op het uitbreken van ziekten steeds verder toe.

Er is reëel gevaar voor het uitbreken van een diarree-epidemie in de zwaarst getroffen gebieden binnen twee weken, vooral onder kinderen vanwege het onder water lopen van septic tanks, wc's en begraafplaatsen, en vanwege kadavers van huisdieren en pluimvee in het water. Binnen vier tot vijf weken zou zelfs een malaria-epidemie kunnen uitbreken als het water niet wegtrekt. Ongeveer zestig procent van het pluimvee in het gebied zou verloren zijn gegaan, terwijl ook kostgrondjes en zaken zoals visnetten verloren zijn gegaan.

Uit door de autoriteiten aan de internationale gemeenschap gepresenteerde gegevens blijkt, dat ongeveer 175 marron- en inheemse dorpen zijn getroffen, naast talrijke andere kleine woonconcentraties langs de rivieren. Naar verluidt zijn zo'n 22.000 mensen dakloos of ontheemd.-.


Luchtbrug naar rampgebieden op gang

DWT - Ivan Cairo, 11/05/2006

Paramaribo - Een luchtbrug om noodhulp naar de overstroomde gebieden te brengen, komt vandaag op gang. De eerste vliegtuigen vertrekken vanmorgen vanaf het vliegveld Zorg en Hoop naar diverse locaties in de rampgebieden. De hele dag door zullen vluchten worden uitgevoerd. Gistermiddag zijn twee vliegtuigen met een voorraad water en brandstof naar Stoelmanseiland en Djumu vertrokken.

In het Jeugdcentrum organiseert de Stichting Projekten PLOS dat er pakketten samengesteld worden met eerste levensbehoeften voor de slachtoffers van de overstromingen.

Ook zijn hangmatten, spijsolie, rijst en conserven overgevlogen. “Vandaag gaan we full out,” zegt een bron aan de Ware Tijd. Vanuit de getroffen gebieden beklagen slachtoffers zich erover dat vooral de voedselhulp hen nog niet heeft bereikt. Hoofdkapitein tevens voormalig parlementslid Albert Aboikoni van het Asidonhopogebied, deelde desgevraagd vanuit Djumu mee, dat de dorpelingen het vooralsnog moeten doen met het weinige dat ze nog over hebben. Ze zijn overigens blij dat militairen en politieagenten dinsdagmiddag waren gearriveerd.

Het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbeheersing (NCCR) meldt dat inmiddels hulpposten zijn opgezet te Djumu, Botopasi, Tepu, Drietabbetje, Cottica, Kwamalasemutu, Kajana, Langatabbetje en Stoelmanseiland. Vanuit deze locaties zal de noodhulp verder worden verspreid. Om de veiligheid van bewoners te garanderen, wordt te Stoelsmanseiland een basiskamp van het Nationaal Leger opgezet. Zo een staat nabij de airstrip van Djumu. De troepen zullen onder meer verkenningspatrouilles uitvoeren in het rampgebied en waar nodig assistentie verlenen.

Het NCCR werkt nauw samen met de NGO’s van het Binnenlandoverleg en andere NGO’s. Gisteren heeft het Binnenlandoverleg de eerste 750 noodhulppakketten gedistribueerd en wordt de actie de komende dagen naar andere gebieden uitgebreid. Te Atjoni is een brandstofbasis opgezet van waaruit de hulptroepen bevoorraad zullen worden. Aboikoni, een voormalig gezondheidswerker te Djumu, zegt desgevraagd, dat er geen toename te bespeuren is van patiënten bij de polikliniek in het dorp. Dit geeft aan, dat er nog geen ziekten zijn uitgebroken. Ondertussen is het waterpeil aanzienlijk gedaald en hebben slachtoffers spullen zoals potten, pannen en kleding uit de woningen die nu toegankelijk zijn, kunnen halen. “Maar de situatie blijft ernstig”, waarschuwt Aboikoni.-.


‘Ote we kisi nyan’ Parlement dringt aan op snelle hulp rampgebieden

DWT - Eric Mahabier, 11/05/2006

Paramaribo - De militairen en politieagenten die naar de door watersnood getroffen gebieden zijn gedirigeerd, hebben niet het juiste materieel om adequaat in te spelen op de fysieke hulpverlening. De bewoners hebben ernstig te kampen met voedseltekorten. De regering moet sneller inspelen op de hulpverlening, vindt parlementsvoorzitter Paul Somohardjo. Hij zal vandaag contact opnemen met president Ronald Venetiaan en Jerry Slijngard van de rampenbestrijdingscommissie om na te gaan hoe ver de regering is met de voorbereiding van de hulpverlening. Somohardjo benadrukt er terdege rekening mee te houden dat er gewerkt wordt om een structurele hulpverlening tot stand te brengen.

De mensen hebben benzine nodig om zich van het ene naar het andere gebied te verplaatsen. Ook moet met de meeste spoed aandacht worden besteed aan de volksgezondheid en het weer op gang brengen van het onderwijsproces, vindt Somohardjo.

 “Ote we kisi nyan, ote we kisi nyan”, is volgens assembleelid Ronnie Brunswijk (A Combinatie) de vraag die hij dagelijks hoort van de bewoners van de getroffen gebieden. Vanaf zondag is hij elke dag in het rampgebied. “Er is nog geen enkele hulp gestuurd. Ik ben wel een beetje teleurgesteld daarover, het duurt te lang.” Via regeringskanalen heeft Brunswijk vernomen, dat vandaag voedsel naar het gebied wordt gestuurd. “De mensen zitten te janken om eten en water. Ik hoop werkelijk dat die hulp nu op gang komt.” De AC-topper heeft de bewoners van het rampgebied gerustgesteld dat de hulpverlening komt en dat de regering alles daartoe in het werk stelt. Volgens Brunswijk is hij echter ook een beetje opgelucht, want het water is aan het dalen. Tot deze conclusie kwam hij na zijn oriëntatie gisteren in het gebied. In bepaalde delen staat het water anderhalve meter lager.

Brunswijk zat niet in de parlementaire delegatie die het rampgebied gisteren bezocht. “Ik heb een andere opdracht, namelijk de situatie van dag tot dag te bekijken en die te rapporteren aan de autoriteiten in Paramaribo.” De parlementaire delegatie heeft volgens Somohardjo bezoeken gebracht op Asidonhopo en Drietabbetje, omdat slechts die twee dorpen per vliegtuig bereikbaar waren. De overige gebieden zitten nog behoorlijk onder water. “Het is wel zorgwekkend. Het leek alsof je ergens in het buitenland vloog.”

Nadat de delegatie was teruggekeerd, is na overleg met de fractieleiders, die allemaal waren meegereisd, besloten om voorlopig met uitzondering van vergaderingen alle andere geplande activiteiten van De Nationale Assemblée stop te zetten. De open house van zaterdag in verband met 140 jaar Volksvertegenwoordiging gaat dus niet door.-.


Complexe samenloop van omstandigheden oorzaak watersnood

DWT, Nancy de Randamie, 11/05/2006

Paramaribo - Een complexe samenloop van omstandigheden is volgens hydro-meteoroloog, dr Sieuwnath Naipal, hoofddocent aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, oorzaak van de huidige watersnood. Een deel van de oorzaak is toe te schrijven aan de natuur, maar voor het overige is wat zich nu afspeelt in Zuidoost-Suriname aan ons zelf te wijten.

Sieuwnath Naipal, hydro-metereoloog en als hoofddocent verbonden aan de Antonn de Kom universiteit van Suriname, legt uit waarom juist het Boven-Suriname gebied is overstroomd.

Naipal noemt als voorbeeld van door de mens veroorzaakte factoren, de global warming “Wat we in de atmosfeer brengen aan energie, komt er op een gegeven moment ook uit. Het is om het even of extreme droogte of teveel aan neerslag. Geen mens kan bepalen waar en wanneer de samengebalde energieën in de atmosfeer weer naar buiten komen. Vorig jaar had Guyana watersnood en nu wij.”

Naipal, die in opdracht van de overheid een klimaatrapport opstelde, zegt dat in Suriname in dertig jaar tijd de temperatuur met anderhalve graad is gestegen, ten opzichte van een halve graad in de hele eeuw daarvoor. Bij de overstromingen spelen meer factoren een rol. “De regentijd was reeds ingetreden, dus de grond in het rampgebied had reeds een hoge vochtigheidsgraad. Daarbij komt dat de ‘regenintensiteit' toenam over een relatief uitgestrekt gebied, waardoor het water nergens meer naar toe kon en zeker niet door de reeds verzadigde grond kon worden opgenomen. Binnen een week tijd is evenveel neerslag gevallen als normaliter binnen een maand.”

Uit meteorologische gegevens blijkt dat normaliter in ons land tussen de 2.500 millimeter tot 3.000 millimeter regen per jaar valt. In het Boven-Surinamegebied viel vorige week binnen een paar dagen 450 millimeter aan neerslag. Volgens de hydro-meteoroloog speelt ook de orografie van het Boven-Surinamegebied een belangrijke rol. Orografie is de wetenschap die het ontstaan en de vorm van bergen en dalen bestudeert. “Boven-Suriname ligt aan de windzijde van het Eilerts de Haan gebergte, het Van Asch van Wijk gebergte en het Wilhelmina gebergte. Wind betekent aanvoer van warme lucht als deze er is, en dus meer kans op neerslag. Van oudsher valt inderdaad in dit gebied meer regen dan aan de westzijde van deze gebergten.”

Een andere factor is volgens Naipal dat in de nabijheid van de meest getroffen dorpen, Asidonhopo en Dangogo I en II, de oorsprong van de Boven-Suriname- en Marowijnerivier ligt. “En dan komen ook nog eens de Pikin Rio en de Gran Rio precies bij Asidonhopo bijeen. Dit zorgt op die plek voor heel veel waterintensiteit bij veel neerslag.”

Naipal zegt dat naast de gebruikelijke regentijd, de Inter Tropische Convergentie Zone nu ook voor extra neerslag zorgt. “Doordat de noord- en zuidoost passaatwinden met elkaar botsen, hebben we ieder jaar in deze regio te maken met orkanen. Deze worden steeds erger naarmate meer CO2 wordt uitgestoten.” Te ver in de toekomst kijken kan Naipal niet, omdat daarvoor data ontbreekt. Voor de korte termijn voorspelt hij niet veel goeds: “De extreme regens zullen nog wel even aanhouden en het water zal niet snel dalen. Zeker nu er vanwege volle maan aanstaande zaterdag springvloed op komst is.”-.


'Samen voor Suriname' van start

Ook overheid en gemeenten geven voor waterramp Suriname

RN Wereldomroep, 10-05-2006

Het zwaar getroffen Boven Surinamegebied. Het eerste geld is al binnen op giro 797 van de Samenwerkende Hulp Organisaties. Onder de naam 'Samen voor Suriname' is een actie in Nederland op touw gezet voor de slachtoffers van de overstromingen in Suriname. De Nederlandse regering geeft 1 miljoen euro en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam doneren ieder 250.000 euro voor de watersnood in Suriname.

Kaart van Suriname Kaart van Suriname. Djumu, middenin het rampgebied kan nog worden bereikt .

Volgens cijfers van het Internationale Rode Kruis staat op dit moment een gebied onder water ter grootte van Nederland en de komende dagen wordt nog meer regen verwacht. De eerste noodhulp wordt al betaald met het geld dat wordt ingezameld. Dit zijn voornamelijk voedselhulp en medische zorg. Zodra er een beetje duidelijkheid is over de omvang van de ramp worden plannen gemaakt voor de wederopbouw. De SHO, waaronder Cordaid en Oxfam Novib, werkt in Suriname samen met lokale organisaties die al met acties bezig zijn. Voorzitter Bert Boer van de SHO erkent dat de omvang van de ramp in dit vroege stadium nog niet goed ingeschat kan worden, maar voor de hulp en wederopbouw zal een bedrag nodig zijn van tussen de vijf en tien miljoen euro.

Het Rode Kruis in Suriname heeft een oproep gedaan aan (Surinaamse) Nederlanders om geen goederen te sturen naar Suriname. Dit is een reactie op de berichten over 'wilde acties'. In diverse steden zoals Amsterdam en Rotterdam zijn goedwillende Surinamers goederen aan het inzamelen, maar de hulporganisaties benadrukken dat er vooral behoefte is aan geld.

De watersnoodramp in Suriname heeft ook de Nederlandse regering tot actie aangezet. Minister van Ardenne heeft bekend gemaakt dat de Nederlandse regering 1 miljoen euro geeft voor noodhulp. Los daarvan stellen de gemeenten in Nederland die veel Surinaamse inwoners hebben, Amsterdam en Rotterdam, elk 250.000 euro beschikbaar. Mogelijk volgt Den Haag ook nog. Amsterdam is als stad zeer betrokken bij het wel en wee van Suriname. Gerard Pieters, Hoofd Internationale Betrekkingen, van de gemeente Amsterdam vindt het vanzelfsprekend dat de hoofdstad dit bedrag geeft. Er wonen zo'n 80.000 Nederlanders van Surinaamse afkomst in Amsterdam dat sinds vier jaar een nauwe stedenband met Paramaribo heeft.

Komende zondag 14 mei maakt de Wereldomroep van 20.00 tot 23.00 uur Nederlandse tijd een extra uitzending rondom de watersnoodramp in Suriname. Hierbij wordt intensief samengewerkt met Radio Rijnmond en RTV Noord-Holland.

De Suriname Special zal zondag 14 mei op de korte golf worden uitgezonden op de onderstaande frequenties ( 2000 - 2300 NL tijd en 1500 - 1800 Suriname tijd):

15530 kHz: Suriname 6035 kHz: West Europa 9695 kHz + 9895 kHz: Zuid Europa, Canarische Eilanden, Noord Afrika, Midden Oosten

Verder is het programma natuurlijk ook te beluisteren via Internet


Tekort aan schoondrinkwater wordt probleem nr. 1

Bron: Teeifuka, 09-05-2006

De Baasimiwinkel aan de rivier in 2005 en nu (Nieuw Aurora)

 

De Johannes Arabischool in Nieuw Aurora 2005 en nu

Vanmiddag om 13.00 uur is contact geweest met Terry Lugard die zondag j.l. naar Boven Suriname was vertrokken om de situatie daar met eigen ogen te zien. Terry Lugard is de coördinator van de projecten van Stichting Teeifuka in het boven Suriname gebied en hij woont in Nieuw Aurora. Hij was in Paramaribo in verband met een sterfgeval. Gisteravond is hij in Paramaribo terug gekomen en heeft mij telefonisch de volgende informatie doorgegeven:

Hij heeft samen met een paar mensen de dorpen Pambooko, Gunzi, Nieuw Aurora, Pikin Slee en Guyaba aangedaan. Het algemene beeld is dat tot gisteravond 00.00 uur er nog geen voedsel en schoonwater naar de mensen waren gebracht door welke organisatie dan ook. De mensen beginnen nu gebrek aan vooral schoon drinkwater te krijgen. Volgens hem kan het drinkwaterprobleem nummer 1 worden, omdat het vuilwater uit de rivier nu met het “schoonwater” uit de kreken vermengt, waardoor het kreekwater dat de mensen oorspronkelijk als drinkwater gebruiken onbruikbaar is geworden. De kreken beginnen ook te stijgen, dit betekent dat de dorpen aan de ene kant door het rivierwater wordt bedreigd en aan de achterkant door het kreekwater. De dorpen Pikin Slee en Pambooko zijn geheel onder water en alle schoolgebouwen in de dorpen zijn of geheel onder water of tot het plafond. Bijna alle scholen in de dorpen staan vlak langs de rivieren, waardoor deze als eerste door het water worden bereikt. Het enige dorp dat nog niet zo erg is getroffen is Gunzi. volgens Terry is de telefoonverbinding van Gunzi nog in takt, een toeristenkamp “Teei Weei” functioneert nog en het leven is “normaal” te noemen. Ook Atjoni is nu onder water.

Nadere informatie over Nieuw Aurora.

De mensen die hun huis en goederen kwijt zijn, worden momenteel in het kerkgebouw opgevangen. Het water heeft de kerk weliswaar omsingeld, maar omdat het voorste gedeelte van de kerk een soort verhoging heeft, kunnen mensen voorlopig daar verblijven. Sommige mensen worden door andere familieleden en vrienden in de hoger gelegen delen van het dorp opgevangen.

Stichting Teeifuka heeft nu via Terry Lugard en Muree Jabini de leiding van het dorp voorgesteld om het educatiecentrum in de wijk “baka vliegveld” als opvang te gebruiken. Nu zullen een aantal mensen naar naartoe gaan. Het educatiecentrum is op een afstand van ruim 1200 m vanaf de rivier en wij hopen dat het water niet zo ver zal gaan.

Op dit moment is de hoofdkabiting (burgemeester) van Nieuw Aurora niet in het dorp, maar de hele evacuatieactie wordt geleid door lanti (de dorpsbewoners zelf). Er worden afspraken gemaakt om eten te koken, om water te verzamelen en andere noodzakelijke zaken te regelen voor de mensen die nu in de kerk verblijven en volgens Terry is de dorpsbevolking heel gedisciplineerd en er is een goede samenwerking.

  1. Medische post Ladoani is voor een deel vernietigd.
  2. Het kerkgebouw is nog te gebruiken, maar we weten niet hoe lang;
  3. De Johannes Arabischool – met dependance in Atobanda en baka voetbalveld zijn vernietigd. Zowel de gebouwen, meubilair als schoolmaterialen zijn vernietigd;
  4. De onderwijzerswoningen zijn onder water;
  5. Het huis van de dorpspredikant is onderwater;
  6. Alle huizen en hutten op een afstand van 150 m vanaf de rivier zijn onderwater;
  7. Het waterpeil – vanaf de paden in het dorp – is tussen de 2,00 m en 3.00 m, dus kan men niet bij de woningen langs de rivier komen, zonder gevaar voor hun leven;
  8. De Tutukreek stijgt ook en heeft nu de dorpsrecreatiezaal en een deel van het voetbalveld onder water gelegd.

De mensen vinden nu dat de hulp te lang op zich laat wachten. Vanavond om 20.00 uur (NOS) heb ik gehoord dat de Surinaamse regering nog geen hulpgoederen naar de mensen heeft gebracht. Dit is niet goed te keuren. Ik hoop dat de NGO’s en particulieren niet op de overheid gaan wachten, maar kleinschalige hulp naar de mensen brengen. Wij van Stichting Teeifuka zijn nu bezig om geld in te zamelen om zo snel mogelijk rijst, water en blikkenwaren naar de mensen toe te brengen. Van alle kanten krijgen we te horen dat de hulp gecoördineerd moet worden. Wij van stichting Teeifuka denken dat het de mensen niet uit maakt hoe de hulp komt, gecoördineerd of niet.


Fundraising uitzending watersnood Suriname

De Wereldomroep maakt zondag 14 mei van 20.00 tot 23.00 uur Nederlandse tijd een extra uitzending rondom de watersnoodramp in Suriname. Hierbij wordt intensief samengewerkt met Radio Rijnmond en RTV Noord-Holland.

Behalve in Nederland zal de uitzending wereldwijd te beluisteren zijn via satelliet en internet en via kortegolf in Europa. Als extra frequentie wordt vanaf vandaag 15530 kHz ingezet, zodat men ook in Suriname en de Nederlandse Antillen via kortegolf naar de uitzendingen van RNW kan luisteren. Hierdoor kunnen zowel Nederlanders in het buitenland als Surinamers de ontwikkelingen volgen.

Radio
De extra uitzending rond de overstromingen wordt zondag 14 mei op de korte golf uitgezonden op de onderstaande frequenties.( 2000 - 2300 NL tijd. (1500 - 1800 Suriname tijd) )

15530 kHz: Suriname
 6035 kHz: West Europa
 9695 kHz + 9895 kHz: Zuid Europa, Canarische Eilanden, Noord Afrika, Midden Oosten
6015 kHz: West- en Centraal Europa

De extra kortegolffrequentie zal RNW ook aan de Surinaamse overheid beschikbaar stellen, zodat lokale radiozenders ter plekke er gebruik van kunnen maken voor hun eigen radio-programma's.

BVN neemt op zondag 14 mei van 20.30 tot 22.30 uur het tv-programma "Doekoe voor Suriname" ("Geld voor Suriname") van de gezamenlijke publieke omroepen live over. In deze extra uitzending gaan de publieke omroepen in op de actuele situatie ter plaatse. Er zijn onder andere reportages te zien, gemaakt door de gezaemnlijke actualiteitenrubrieken en de NOS. De centrale presentatie is in handen van Fons de Poel.

In Suriname wordt het programma ook via lokale tv-stations uitgezonden; o.m. bij STVS, Rapar RBN, ABC, Apintie en Radika in Paramaribo, alsmede bij Rasonic in Nieuw-Nickerie. Het speciale programma is te zien op BVN van 20.30 tot 22.30 uur Nederlandse tijd.

Artikelen over de watersnoodramp in Suriname en informatie over de extra uitzendingen op radio en tv (ontvangstmogelijkheden en tijden) zijn de komende dagen te vinden op www.wereldomroep.nl. Daarop is ook te lezen hoe mensen vanuit het buitenland geld kunnen storten aan SHO (giro 797), de overkoepelende hulporganisatie. Op deze manier wordt de informatie rondom de ramp in Suriname centraal aangeboden en kan er in de uitzendingen van RNW en BVN en bij eventuele vragen aan publieksvoorlichting, eenvoudig naar verwezen worden.


Stichting Teeifuka start met hulpactie "rijst voor boven Suriname"

Teeifuka, 08-05-2006

Het water blijkt nu verder te stijgen en van de 60.000 mensen die in de getroffen gebieden wonen, moeten ruim 20.000 geëvacueerd worden. Teeifuka heeft contact gehad met de heren Muree Jabini(voorzitter van stichting Teeifuka Suriname), Dr. Franklin Jabini (een van de belangrijke geestelijke leider in Suriname) en Stanley Rensch (mensenrechtenactivist) gehad. Ze hebben te kennen gegeven dat de nood heel hoog zal zijn en dat er zo snel mogelijk hulp moet komen. Zij denken dat voedselhulp als eerste moet worden opgestart en vervolgens moeten we aan medische hulp en opvang van de mensen werken.

Verder heeft Teeifuk contact gekregen met Rob Jansen (ontwikkelingswerker in Suriname). Hij heeft opgeroepen om in Nederland het nodige te doen om kleinschalige hulp opgang te brengen. In eerste instantie denkt men aan rijst en blikkenwaren voor de mensen. De heren Muree Jabini en de heer Rob Jansen zijn in Suriname om hulp die via stichting Teeifuka naar toe zal gaan, te coördineren. Teeifuka vraagt u daarom de actie " Rijst voor boven Suriname" financieel te willen ondersteunen.

Uw bijdrage kunt u op giro: 9697935 t.n.v. stichting ontwikkelingsprojecten Midden Suriname storten.

 


Aruba leeft mee met Suriname

RN Wereldomroep, 10-05-2006

Ook op Aruba dringt het nieuws over de watersnood in Suriname langzaam door. De verbijstering dat een natuurramp Suriname heeft getroffen, overheerst. Vooral via Internet stellen de Arubaanse Surinamers zich op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

Op Aruba wonen sinds jaar en dag enkele duizenden Surinamers. Toen de olie-industrie opkwam, rond de Tweede Wereldoorlog, settelde de eerste groep Surinamers zich. Deze eerste groep is inmiddels opgegaan in de Arubaanse samenleving en voor hen zijn de overstromingen 'de ver-van-je-bed-show'.

De tweede groep is na de Onafhankelijkheid gekomen en zij voelen zich over het algemeen nauw verbonden met Suriname. "Het eerste wat ik doe als ik thuis kom na het werk is kijken op internet," zegt een Surinamer die liever anoniem wil blijven. "Het is heel triest en een ramp voor Suriname", zegt een ander. wma-1.jpg real-k1.jpg Luister naar het straatinterview van Jos de Roo (3'45") Toch zijn er ook sceptische geluiden in de straten van Oranjestad te horen, want er zijn ook Surinaamse Arubanen die het weliswaar 'vervelend' voor de Surinamers vinden, maar de gebeurtenissen toch ook een beetje relativern: 'er zijn ergere rampen op de wereld'.

Intussen heeft een actief groepje Surinamers op Aruba met elkaar gesproken over het op touw zetten van een actie voor de getroffenen. Onder andere bevolkingsgroepen op het eiland leeft het nieuws van de overstromingen overigens vooralnog niet of nauwelijks. Hetzelfde geldt voor het buureiland Curaçao.


Ook Nickerie komt in met noodhulp

DWT, Beta Debidien, 10/05/2006

NIEUW-NICKERIE - Op initiatief van het bestuur van het Marron Collectief Nickerie is gisteren het crisiscentrum ‘Nickerie Noodhulp voor Binnenland’ in het leven geroepen. Bij dit centrum is de Nickeriaanse gemeenschap terecht voor het leveren van hulp in welke vorm dan ook, zegt Samuel Wens, voorzitter van de organisatie.

De hulp is bedoeld voor de slachtoffers van de overstromingen in het binnenland. Hulp wordt verwacht in de vorm van rijst, levensmiddelen, kleding, drinkwater, brandstof en financiële middelen. “Dat huizen onder water zijn gelopen waarbij de mensen hun kostgrondjes en alles hebben verloren, is onvoorstelbaar”, zegt Wens. Straks als het overtollig water wegtrekt uit dat gebied, zal de schade kunnen worden vastgesteld. Het zal veel geld en inspanning kosten om alles te herbouwen.

Wens deed een oproep aan de gemeenschap om haar medemensen vooral in deze periode niet in de steek te laten. Deze oproep is herhaald door burgervader Bhagwatpersad Shankar. Shankar: “Vandaag zijn zij getroffen, morgen kan het een ander gebied zijn.” Hij verwees naar de ramp die onlangs buurland Guyana heeft getroffen. “Daar hebben de Nickerianen bewezen gevoel voor de medemens te hebben. Nu is ons eigen land getroffen en we moeten deze calamiteit ook doorstaan.” Het crisiscentrum is ondergebracht in het Suroto-gebouw aan de Julianastraat te Nieuw-Nickerie. Tot laat gistermiddag was er financiële steun, maar nog geen hulp in de vorm van goederen geboden.-.


250 manschappen naar rampgebied

DWT, Vernon Texel, 10/05/2006

Paramaribo - 250 manschappen van het Nationaal Leger, de politie en brandweer vertrekken deze week naar het rampgebied om de ruim 22.000 slachtoffers in het overstroomde gebied hulp te bieden.

Nu bevinden zich al zestig manschappen in het gebied. Daarnaast is er behoefte aan zeker zeven helikopters en rubberboten om de slachtoffers te bereiken. Intussen is de distributie begonnen van water en basisvoedsel aan de behoeftigen. Deze mededelingen deed RO-minister Michel Felisi gisteren op een persconferentie van het Crisisteam waarbij hij inging op de laatste ontwikkelingen rond de watersnood in het Boven-Suriname en Marowijnegebied.

Door de omvang van de ramp wordt nu gevreesd voor een uitbraak van diarree. Hoewel hij een cholera-epidemie uitsluit, is minister Celsius Waterberg van Volksgezondheid wel bezorgd over de volksgezondheid in het getroffen gebied.

De regering heeft inmiddels een noodfonds opgericht dat belast is met de financiële kant van de hulpverlening. Welk bedrag er is vrijgemaakt wil minister Humphrey Hilderberg van Financiën niet kwijt. “In elk geval genoeg om de nood te lenigen,” antwoordt hij. Als de situatie verergert, zullen slachtoffers worden opgevangen in opvangcentra in Brokopondo en Langatabbetje, elk met een capaciteit van 500 personen. Dit aantal kan uitgebreid worden tot 2.000.

Overigens vindt waarnemend Justitieminister Kermechend Raghoebarsing het een geweldig gebaar als de president zich ter plekke oriënteert. “Echter is de eerste prioriteit het verlenen van hulp,” benadrukt hij. President Ronald Venetiaan staat op het punt internationale hulp in te roepen, nu hij het zuiden en zuid-westen officieel tot rampgebied heeft verklaard. Er wonen in totaal 35.000 personen en voor een vlotte hulpverlening is het opgesplitst in zeven gebieden. Tapanahony, Boven-Suriname, Boven-Saramacca, Boven-Coppename, Kabalebo en Coeroeni zijn het zwaarst getroffen.-.


‘Het zal zwaar zijn om weer op beide benen te staan’

DWT, Isaak Poetisi, 10/05/2006

Paramaribo - “Het zal zwaar zijn voor ons om weer op beide benen te staan”, zegt kapitein Milton Antomoi vanuit het dorp Abenaston in het Boven-Surinamegebied. “Het water in de bovenloop van de Surinamerivier is weer aan het stijgen, maar we zijn erop voorbereid. In dat geval hebben we gasoline en diesel nodig om de dorpelingen naar hoger gelegen gebieden te brengen.”

De watersnood die het binnenland teistert heeft zich in het Boven-Surinamegebied niet voor de eerste keer voorgedaan. Kapitein Antomoi van Abenaston weet er alles van. Via zijn boodschapper Reinier Landveld laat hij de Ware Tijd weten dat op 20 mei 1949 dat gebied werd geconfronteerd met een abnormale waterstand. Er is toen een monument geplaatst op het hoogste punt in het dorp tot waar het water reikte. Het monument is ondergelopen en het water is zes meter voorbij het monument gekomen.

Volgens de kapitein hebben bestuursambtenaren en een eenheid bestaande uit politie en militairen, die te Atjoni zijn gestationeerd, zijn dorp maandag bezocht. Er is gevraagd te inventariseren wat verloren is gegaan. “Ze hebben niets voor ons gebracht”, zegt de dorpsleider. Bij voortduring kan er een voedsel- en drinkwatertekort optreden. Het rivierwater is niet te drinken en het water gepompt uit de waterbron in het dorp, is vermengd met het vieze water uit de rivier. “Voorlopig drinken we uit vijf durotanks, maar voor hoelang,” vraagt hij zich af. “Ik maak me vooral zorgen om de kinderen en de oudere mensen.” Hij zegt dat de zeshonderd dorpelingen merendeels afhankelijk zijn van de gewassen van hun kostgrondjes, maar door de sterke stroom kunnen ze de oversteek niet maken. De wateroverlast heeft in het binnenland zo’n 25.000 mensen verdreven van hun huis.-.


Internationale noodhulp staat klaar

DWT, Ivan Cairo, 10/05/2006

Paramaribo - De Verenigde Staten van Amerika en internationale donororganisaties zijn gereed Suriname bij te staan het hoofd te bieden aan de waters-nood die het land heeft getroffen. De afgelopen dagen hebben de missies in Paramaribo zich over de situatie gebogen. Zij treden zoveel mogelijk als collectief op bij het aanbieden van steun. “We wachten nu op een formeel verzoek van de regering om assistentie,” zegt Fitzgerald -Bramble, directeur van de van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) in Suriname. In het collectief participeren naast de OAS, de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), het VN-ontwikkelingsorgaan UNDP, de PAHO, de Amerikaanse-, Nederlandse-, Franse- en Braziliaanse ambassade alsook andere internationale instellingen.

De president heeft maandagavond in zijn verklaring opgeroepen tot hulpverlening, maar er zijn in dit soort gevallen speciale procedures en daar wachten de organisaties nu op. “We are trying to coordinate our actions, but I am sure that everything will fall into place”, zegt Fitz-Bramble. Hij had zondagavond nog een onderhoud met granman Belfon Abokoni van de Saramaccaners.

Ook de Public Affairs-afdeling van de VS-ambassade meldt aan de Ware Tijd dat de Amerikaanse regering klaar staat met financiële- en goederenhulp. Washington is bezorgd over hetgeen zich in het binnenland van Suriname voltrekt en is begaan met het lot van de getroffenen. De directe hulp komt in de vorm van financiën, zegt de voorlichtingsdienst, terwijl nauw zal worden samengewerkt met de regering en met internationale organisaties bij het leveren van de benodigde goederen.

Intussen heeft de ambassade in Paramaribo contact opgenomen met het door de regering ingesteld Crisisteam en met diverse internationale organisaties. Naarmate de regering erin slaagt vast te stellen wat nodig is, zal de Amerikaanse regering meer financiële hulp beschikbaar stellen, aldus een woordvoerder van de ambassade.-.

 


Nationale hulpactie door Nederland

09-05-2006

 

Nederland - De Samenwerkende Hulporganisaties hebben gironummer 797 opengesteld voor hulp aan het door watersnood getroffen binnenland van Suriname.De Nederlandse regering heeft ook hulp aangeboden,maar minister Van Ardenne wacht een concreet verzoek van de Surinaamse regering af.

Amsterdam en Rotterdam schenken beide 250.000 euro voor het getroffen gebied. Burgemeester Cohen heeft namens alle Amsterdammers zijn medeleven betuigd aan de Surinaamse regering.Surinamers in Amsterdam zijn een inzamelingsactie begonnen,met gironummer 218.

De publieke omroep maakt zondagavond een programma over de watersnood.


Drie peuters verdronken

 

Coordinatie-team regering pakt erstigste noden overstroomde gebieden binnenland aan: “Operatie Falawatra in stelling”
Radio 10, 09-05-2006

 

Paramaribo - De overstroming in het Binnenland heeft 3 levens geëist. 3 peuters zijn verdronken langs de Marowijnerivier. Eenheden van het Nationaal Leger en de politie zijn maandag vanwege de aanhoudende regen niet meer afgereisd naar de zwaarst getroffen gebieden in het binnenland. Dit team is maandag gedirigeerd om de watersnood-slachtoffers te helpen. Ook wordt de veiligheidssituatie scherp in de gaten gehouden.

 

Minister Michel Felisie van Regionale Ontwikkeling, die het 5-man tellend crisis-team van de regering coördineert, zegt dat nog niet kan worden gesproken van een rampsituatie, maar wel van een alarmerende toestand die dringend aandacht verdient. Er moet volgens de bewindsman alles aan gedaan worden om te voorkomen dat de situatie in Boven-Suriname uit de hand loopt.

 

De hulpactie van de regering heeft de naam “Operatie Fala Watra” meegekregen. Overste Jerry Slijngard van het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbestrijding zegt dat het afgelopen nacht gebieden in het Paramaccaans gebied ook zijn ondergelopen, eveneens grote delen in het Marowijne en Aucaansgebied. Er is volgens Slijngard nog geen sprake van massale evacuatie van mensen uit de getroffen gebieden, maar zijn team is klaar om in te grijpen indien nodig. Cor Becker, het hoofd van de Meteorologische dienst bevestigt dat extreme regenval vanaf begin mei de oorzaak is van de overstromingen. De dienst rekende pas in juli op de zware regens en is verrast door de enorme neerslag. In het Inheemse dorp Tepu, dichtbij de zuidgrens met Brazilië, is de hoogste neerslag gemeten van ongeveer 450mm. De regering zal volgens Defensie minister Ivan Fernald niets nalaten kordaat op te treden in deze noodsituatie. De regering kan daarbij alle hulp, zowel van binnen als vanuit het buitenland gebruiken, vult minister Felisi hem aan.
 

Vanaf vrijdag hebben de binnenlandbewoners hun huis in aller ijl verlaten na de overstromingen. In dorpen als Asidonhopo, Nieuw Aurora staat het water metershoog. Ook dorpen langs de Lawa, de Tapanahony, Stoelmanseiland en Langatabbetje hebben met overstromingen te maken. Behalve huizen zijn ook scholen, gezondheidscentra, kerken en krutu-oso’s onder water gelopen, omdat die veelal langs de rivier zijn gebouwd.

 

Parlementariër Ronnie Brunswijk spreekt van een ongekende situatie in het binnenland. Hij verwacht niet anders dat er acute maatregelen door de regering worden getroffen. Brunswijk pleit met name voor transport van personen naar veilige gebieden, voedsel en medicijnen. De parlementariër was behoorlijk aangeslagen over wat hij heeft aangetroffen in het binnenland.

 

Granman Aboikoni legde zondag een speciale verklaring af tegenover RADIO 10 , waarin hij de autoriteiten en bevriende landen opriep de getroffen binnenlandbewoners niet in de steek te laten. Granman Aboikoni heeft zich maandag per vliegtuig naar het getroffen gebied in Boven Suriname begeven. Een bijzonderheid van de reis van de Granman was dat hij is voorgaan in een ritueel om de rivier tot bedaren te brengen.

 

Inmiddels heeft Nederland ook hulp aangeboden. Volgens minister Van Ardenne voor Ontwikkelingssamenwerking moet op korte termijn duidelijk worden wat er precies nodig is. Verder zijn Surinamers in Nederland onder leiding van Jurgen Raymann bezig met een actie voor de slachtoffers, en stelt Mensen in Nood/Cordaid 75.000 euro beschikbaar om acute problemen te lijf te gaan.

 

Alle hulp kan bij het Crisis-team, gevestigd in het gebouw van het ministerie van Defensie aan de Kwattaweg 29 worden afgestaan.

Het centrum is te bereiken op de telefoonnummers: 520840 – 471511 – 426416 en 426522.

Het e-mailadres is NCCR@surimail.sr .
 

Ook kan worden gebeld naar de Defensievoorlichter Derrick Beeldsnijder op: 471148 of 8527229.


Getroffen deel binnenland tot rampgebied verklaard

DWT - 09/05/2006

Paramaribo - President Ronald Venetiaan heeft gisteravond het deel van het Boven Suriname - en het Marowijnegebied dat door overstromingen geteisterd wordt, uitgeroepen tot rampgebied. De huidige omvang van de watersnood in bedoelde gebieden heeft het staatshoofd, in samenspraak met de regering, genoodzaakt deze beslissing te nemen.

De ramp heeft ruim 175 dorpen getroffen. Ongeveer 25.000 personen zijn direct of indirect geraakt. De hulp aan de lokale bevolking wordt gecoördineerd door een crisisteam met aan het hoofd minister Michel Filisie van Regionale Ontwikkeling. Het team krijgt ondersteuning van het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbestrijding (NCCR).

Zelfstandige inzet komt van het Surinaamse Rode kruis en van het netwerk van Niet-Gouvernementele Organisaties die actief zijn in het binnenland. Desgevraagd zegt Derrick Beeldsnijder, woordvoerder van het NCCR, dat het rampgebied nog niet afgebakend kan worden, daar de dreiging dat de komende dagen nog meer dorpen onderlopen niet is afgenomen. De meteodienst voorspelt dat de regens voorlopig zullen aanhouden. “Hoe meer dorpen getroffen worden, hoe groter het rampgebied wordt”, zegt hij.

In een persbericht meldt het Ministerie van Defensie dat de regering alles in het werk stelt om uitvoering te geven aan de plannen zoals die zijn opgesteld door het NCCR. De uitvoering geschied door de operatie ‘Fala Watra’. Beeldsnijder benadrukt dat het centrum nog geen officiële meldingen heeft gehad van doden of vermisten. Er is wel een jong meisje verdronken, maar volgens hem was dat op 3 mei en niet als gevolg van de overstroming. Het Nederlandse dagblad De Telegraaf heeft in haar editie van gisteren gemeld dat er al drie doden te betreuren zijn.

Intussen heeft de regering de eerste bezending voedsel gestuurd naar het gebied. Die zal worden gedistribueerd door eenheden van de politie en het Nationaal Leger. Gistermiddag is een eenheid bestaande uit leden van beide eenheden over de weg vertrokken naar Pokigron. Vanmorgen vertrekken wederom twee eenheden van het NL en de politie naar diverse locaties in het gebied waaronder Djumu. De eenheden zullen naast het meenemen van hulpgoederen, waaronder drinkwater, de situatie inventariseren en rapporteren aan het NCCR. Vervolgens zullen zij de veiligheid en stabiliteit in de gebieden moeten garanderen


Overstroomd Suriname officieel rampgebied

‘Wat we nu beleven, is in Suriname iets ongekends'

ANP, 09-05-2005

PARAMARIBO - De Surinaamse president Venetiaan heeft de door overstromingen geteisterde regio's in het zuiden en zuidoosten van het land officeel tot rampgebied uitgeroepen. Bij de overstromingen zijn de afgelopen dagen zeker drie peuters om het leven gekomen. Zij verdronken langs de Marowijnerivier in het oosten van Suriname.

Venetiaan riep het volk maandag via de nationale televisie op solidariteit te betonen en alle mogelijke middelen bij te dragen om de ramp te bestrijden. Het is voor het eerst in de recente geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse land dat natuurgeweld ertoe heeft geleid dat een bepaald gebied tot rampgebied is verklaard. Volgens schattingen van hulporganisaties verkeren enkele tienduizenden mensen in nood als gevolg van de overstromingen door de extreme regenval. Voor nog meer bewoners is het dagelijks leven ontwricht. Op sommige plaatsen staat het water enkele meters hoger dan normaal.

Het gaat nu om de gebieden langs de Boven-Suriname-, de Lawa- en de Tapanahonyrivier. Maar de Surinaamse autoriteiten vrezen dat de overstromingen misschien nog niet hun piek hebben bereikt. Het gebied met wateroverlast breidt zich mogelijk uit naar het zuidwesten en naar noordelijker gelegen delen van Suriname. Volgens de meteorologische dienst duurt de extreme regenval de komende dagen voort. Ook het kustgebied van Suriname zal dan met zware regens te kampen krijgen.

Eerder op maandag zei president Venetiaan in het parlement dat de drinkwater- en energievoorziening, de gezondheidszorg, telecommunicatie en onderwijs ernstig zijn aangetast of zijn vernietigd. ‘De bewoners wachten op hulp en de regering zal die hulp bieden’, aldus de president. Een crisisteam van de regering werkt samen met de nationale coördinatiecommissie aan de rampenbestrijding. Manschappen van het leger en de politie zijn naar de getroffen gebieden gestuurd.

‘Wat we nu beleven, is in Suriname iets ongekends. De regering bekijkt of er ook buitenlandse hulp nodig is’, zei de minister van Defensie, I. Fernald.

Nederland heeft ‘als vriend van Suriname’ inmiddels hulp aangeboden. Minister Agnes van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) liet haar Surinaamse collega Rick van Ravenswaay weten het leed te betreuren. Op korte termijn moet volgens Van Ardenne duidelijk worden wat er aan hulp nodig is. De Nederlandse ambassade in Paramaribo verleent daarbij assistentie. Vanuit Den Haag overlegt het ministerie van Buitenlandse Zaken met de Verenigde Naties, het Rode Kruis en andere hulporganisaties over de steun aan Suriname.

Het grootopperhoofd van de Surinaamse Saramaccanerstam, Aboikoni, heeft een beroep op Nederland gedaan om hulp te verlenen aan zijn stam. Aboikoni is de belangrijkste gezagsdrager in het getroffen Surinaamse achterland.

Surinamers in Nederland zijn ook bezig met een hulpactie. De jaarlijkse wedstrijd van de Suriprofs zondag in het Olympisch Stadion in Amsterdam staat deels in het teken van de overstromingen. Mensen in Nood/Cordaid stelt 75.000 euro beschikbaar voor voedsel, medicijnen en het organiseren van vervangend onderdak.

De door de Stichting Surinamers Overzee (Surov) ingestelde Commissie Noodhulp Watersnoodramp Suriname zamelt zowel geld als goederen in. Zondag stuurt Surov in samenwerkign met Surinam Air Cargo de eerste hulpgoederen per vliegtuig naar de rampgebieden. Volgende week donderdag worden waarschijnlijk ook per schip goederen naar Suriname gezonden.


Tienduizenden hebben hulp nodig in Suriname

Telegraaf, 09-05-2006

PARAMARIBO - Behalve de drie doden die tot dusver zijn gevallen bij de zware overstromingen in Oost-en Zuid-Suriname, hebben tienduizenden mensen in het land hulp nodig, zo schatten de hulporganisaties. Ook vrezen de autoriteiten dat de komende dagen er nog meer regen valt, aangezien het regenseizoen is aangebroken. De Surinaamse regering heeft inmiddels de alarmbel geluid, en een crisisteam samengesteld voor gebieden waar de Suriname-rivier buiten zijn oevers is getreden. Volgens de Surinaamse president Ronald Venetiaan zijn de ministers in ’constant beraad’.

Vele dorpen langs rivieren in Boven-Suriname en het Boven-Marowijnegebied in het district Sipaliwini zijn onder water gelopen. Volgens Surinamers daar is er sprake van een ernstige situatie. Hutten, huizen en winkelvoorraden zouden zijn weggespoeld. Manschappen van het leger en de politie zijn naar het Boven-Surinamegebied gestuurd.

Beroep Het grootopperhoofd van de Surinaamse Saramaccanerstam, Belfon Aboikoni, heeft gisteren een beroep op Nederland gedaan om hulp te verlenen aan zijn stam. „Ik ben niet het bevoegde gezag om Holland hulp te vragen, maar ik hoop dat de president de oproep overneemt.” Aboikoni is de belangrijkste gezagsdrager in het Surinaamse achterland, dat door overstromingen is getroffen. Volgens Aboikoni zijn boten nodig voor de evacuatie van de gedupeerde bewoners. De overheid moet verder zorgen voor voedsel, water en medische voorzieningen. Volgens het stamhoofd verkeren zeker 15.000 mensen in nood. „In de directe woonomgeving zijn straks geen opvangmogelijkheden meer”, aldus Aboikoni.

Het water is in de afgelopen dagen op sommige plaatsen met wel twee meter gestegen en heeft het dagelijks leven van vele Surinamers ontwricht. De ramp wordt toegeschreven aan de zware regenval de afgelopen dagen. De Meteorologische Dienst verwacht meer regen de komende weken. Het pas aangebroken regenseizoen duurt tot minimaal midden augustus.
Surinamers in Nederland zijn bezig met een hulpactie voor de slachtoffers van de watersnood. De jaarlijkse wedstrijd van de Suriprofs zondag in het Olympisch Stadion in Amsterdam staat deels in het teken van de overstromingen.

Ook de Nederlandse regering heeft Suriname hulp aangeboden. Minister Agnes van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) liet haar Surinaamse collega Rick van Ravenswaay weten het leed dat door het water is aangericht, te betreuren. Van Ardenne heeft bovendien beloofd dat ons land „als vriend van Suriname” klaar staat om hulp te bieden.

Op korte termijn moet volgens Van Ardenne duidelijk worden wat er aan hulp nodig is.


 

Duizenden kinderen binnenland ontberen onderwijs 24 van de 29 scholen dicht

door Filia Enser, 09/05/2006

Paramaribo - Door de overstroming in het Boven-Marowijne- en het Boven-Surinamegebied ontberen duizenden schoolkinderen momenteel onderwijs. Het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) heeft door de watersnood intussen 24 van de 29 scholen gesloten. Van de openbare scholen alleen zijn ruim 4.000 kinderen van onderwijs verstoken. De leerkrachten van de school te Loka Loka en Ampoematapoe zijn reeds in Paramaribo gearriveerd.

Bert Eersteling, hoofd Onderwijs Binnenland, zegt dat als de situatie onveranderd blijft het voor deze groep kinderen een verloren schooljaar wordt. Hij vernam donderdag reeds dat enkele gebieden onder water waren gelopen en dat de situatie zaterdag verergerde. In enkele dorpen staan de scholen nog droog, maar de leerlingen weigeren die te bezoeken, omdat hun dorpen blank liggen.

Het Rooms Katholiek Bijzonder Onderwijs (RKBO) heeft de situatie op zijn scholen in Boven-Suriname nog niet geïnventariseerd. Phillip Bottse, directeur van het stichtingsbestuur, verwacht een enorme schade, omdat van de ongeveer zeven scholen die zij in dat gebied heeft, het grootste deel onder water ligt. Concrete informatie van de leerkrachten uit de gebieden wordt afgewacht. Het RKBO wacht de stand van zaken voorlopig af. Bottse ziet de situatie somber in. Hij wijst erop dat er al geruime tijd een leerachterstand is in het binnenland en door de overstroming wordt deze vergroot. De dienst bestempelt de situatie als zeer ernstig omdat sowieso ook al het lesmateriaal verloren is gegaan.

Toch ziet Bottse een lichtpuntje. Het Minov is het RKBO ruim 4 miljoen Surinaamse dollar subsidie schuldig over een periode van ongeveer drie jaar. Met dit geld kunnen de eerste klappen van de schade opgevangen worden. Maar dan moet het geld uitgekeerd worden, zegt hij. In ieder geval mag het ministerie zeer binnenkort een rappel-schrijven over deze kwestie tegemoet zien.-.

 


Minister Van Ardenne Nederland biedt hulp aan

09/05/2006

Nederland biedt zijn hulp aan Suriname in verband met de watersnood in het Boven-Suriname- en Boven-Marowijnegebied.Dat heeft de Nederlandse minister Agnes van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking gisteren aan Plos-minister Rick van Ravenswaay laten weten.

Nederland betreurt het leed en staat als vriend voor Suriname klaar om te doen wat nodig is, heeft zij te kennen gegeven. De Nederlandse  ambassade verleent evenals het UNDP assistentie aan Operatie Falawatra bij het inventariseren van de nood.

Suriname kan voor inventarisatie en coördinatie ook de hulp inroepen van een VN-verkennings- en coördinatieteam (UNDAC). Vanuit Den Haag overlegt het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken met de VN, het Rode Kruis, ICCO, Cordaid en andere organisaties over de hulpverlening aan Suriname. Zo meldt het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking in een persbericht.


‘Operatie Fala Watra’ coördineert hulp binnenland

door Lorenzo Irion, 09/05/2006

Paramaribo - De bevoorrading van de door watersnood getroffen dorpen in het binnenland en de evacuatie van gestrande dorpelingen zijn de eerste acties die een door de regering samengesteld crisisteam moet ondernemen. ‘Fala Watra’ is de naam van de operatie. Het crisisteam bestaat uit de ministers Michel Felisi van Regionale Ontwikkeling als coördinator en als ad interim voor Volksgezondheid, van Fernald van Defensie, Kermechend Raghoebarsing van Landbouw, Veeteelt en Visserij en Humphrey Hildenberg van Financiën. Verder hebben ook zitting de deken van de districtscommissarissen, Rudi Strijk, coördinator Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR), Jerry Slijngard, hoofd Klimatologische Dienst, Cor Becker en Defensie-voorlichter, Derrick Beeldsnijder.I

 Het centrale punt vanwaaruit het evacuatieplan uitgevoerd zal worden zijn de vliegvelden van Djumu en Godo Olo waar opvangplaatsen komen. Volgens minister Felisi gaan alle acties en hulp via het NCCR. “Om verwarring te voorkomen”, motiveert de bewindsman. Hij verwacht namelijk hulp van overal. Toch wil de regering eerst uit eigen inspanningen de eerste acute hulp bieden om kleding, dekens en voeding te sturen. Doordat nog niet volledig geïnventariseerd is hoe hoog de nood is, kan geen budget worden gekoppeld aan de operatie, zegt de RO-minister.

Volgens Fernald zijn twee eenheden van de politie en het leger gisteren naar Pokigron en Djumu gedirigeerd om de rust te garanderen, maar ook om eventueel misbruik van omstandigheden door “gespuis” in de kiem te smoren. De weerberichten worden 72 uur vooruit bijgehouden en om de zes uur geüpdatet, weet Slijngard. “Aan de hand van statistieken moeten ongeveer 15.000 mensen van Boven-Suriname en 9000 mensen van Boven-Tapanahony geëvacueerd worden. Van het gebied Boven-Saramacca zijn er nog geen statistieken. De zwaarst getroffen dorpen zijn Botopasi, Pikin Slee en Asindonhopo. Er is een damage control- programma op touw gezet dat doorloopt en constant in de gaten wordt gehouden”. Het bericht dat een kind direct het slachtoffer is geworden van de situatie en het leven erbij liet, is  door Felisi ontkend.

 

 


Granman vraagt rivier volk te sparen

door Ivan Cairo, 09/05/2006

Paramaribo - Met het aanroepen van voorouders, overleden voorgangers, opperhoofden van de inheemsen en mama Sranan heeft granman Belfon Aboikoni van de Saramaccaners gisteren een smeekbede gericht tot de rivieren Gran Rio en Pikin Rio om zijn volk te sparen.Het ritueel vond plaats op een stenen plateau aan de voorzijde van de airstrip te Djumu, waar door de eeuwen heen de hulp van de voorouders en de Almachtige werd afgeroepen. Talrijke oude flessen en borden waarmee in het verleden plengoffers zijn gebracht, zijn de stille getuigen.
Granman Belfon Aboikoni werd bij zijn smeekbede aan de voorouders, opperhoofden van inheemsen en mama Sranan bijgestaan door basya's en kaptens van de stam der Saramaccaners. Bij de rituelen hoorde ook Parbobier.

     Bijgestaan door enkele stamoudsten, kapiteins en basya’s bracht het stamhoofd ook gisteren een plengoffer . Hij haalde daarbij aan, dat indien de rivier boos is over de wijze waarop de Saramaccaanse stam onderling met elkaar leeft, hij zal trachten hen zodanig te leiden dat de situatie verandert. Volgens Aboikoni is een traditionele vergadering van de twaalf lo’s, de stamonderdelen, die regelmatig gehouden moet worden, al tijden niet bijeengekomen. Belangrijk is dat deze bijeenkomst zo snel mogelijk gehouden wordt, opdat de Saramaccaanse samenleving eventuele geschillen bijlegt en de gelederen weer sluit zodat de verdere ontwikkeling van de stam en het gebied niet verder stagneert.
     Bij het varen langs enkele getroffen dorpen was de stamleider duidelijk aangeslagen. In zijn residentie Asidonhopo, één van de zwaarst getroffen dorpen, hield hij een krutu met een aantal dignitarissen uit de omgeving. Na de krutu stelde hij tegenover verslaggevers zeer ontdaan te zijn over de ramp, een situatie die zich nog nooit eerder in een dergelijke omvang heeft voorgedaan. Hij ziet de overstroming als een vingerwijzing van God.
     Aboikoni heeft zijn stam opgeroepen zich tot God te keren en in gebed te gaan. Aan de andere kant roept hij de regering op haast te maken met de noodhulp. “A no wan sani fo s’don na foto dan y’e prei kaarta”, waarschuwt hij, omdat de noodsituatie talrijke levens zal eisen als niet tijdig hulp wordt geboden. Hij hoopt dat de regering ook internationale hulp zal inroepen als Suriname alleen niet in staat is dat te doen. Ook de granman ziet voedselhulp en medicamenten als eerste vereiste. Aan de andere kant pleit hij ervoor dat de schoolkinderen naar Paramaribo worden overgebracht om verder onderwijs te genieten en het schooljaar zo nog gered kan worden. De fout die tijdens de Binnenlandse Oorlog is gemaakt, door schoolkinderen toen aan hun lot over te laten, mag zich niet herhalen.-.


Hulp Nederlandse NGO’s onderweg

door Nancy de Randamie, DWT 09/05/2006

UTRECHT/AMSTERDAM/PARAMARIBO - In reactie op de watersnoodramp in het Boven-Surinamegebied, stromen de eerste spontane hulpacties van verschillende Nederlandse organisaties reeds binnen. Zo stelt stichting Cordaid/ Mensen in Nood 75.000 euro beschikbaar aan acute noodhulp, bestaande uit voedsel en medicijnen. Ook zal via lokale Surinaamse partners van Cordaid, gezorgd worden voor alternatief onderdak.

Een bijzonder initiatief is dat van stichting Vice Versa uit Utrecht van de Surinaams-Nederlandse auteur Carry-Ann Tjong-Ayong. Vice Versa houdt de komende week in Utrecht een grootscheepse benefiet waar middels muziek, zang, voordracht en variété geld zal worden ingezameld.

Deze organisatie, reeds vijftien jaar actief, financierde eerder projecten in het Boven-Surinamegebied, zoals de bouw van de crèche te Marshallkreek en diverse hiv/aidsvoorlichtingsprojecten. Ook heeft zij hulp geboden bij een alfabetiseringsproject van de Nationale Vrouwen Beweging (NVB). Het Zeister Zendingsgenootschap (ZZG) zegde een verdubbeling van de opbrengsten van Vice Versa toe tot een bedrag van 25.000 euro.

De stichting Suriname Jaarkalender – ook geschrokken door de berichtgeving vanuit Suriname – brengt nog deze week via haar contactpersoon/bestuurslid in Suriname een truck met rijst en andere levensmiddelen naar het binnenland. Een bedrag van 2.000 euro is hiervoor reeds beschikbaar, maar via het gironummer (1622418, o.v.v. Noodhulp Suriname) van de stichting hoopt zij meer geld binnen te krijgen.

De Stichting Surinamers Overzee (SSO) tenslotte zal komende zondag via Surinam Air Cargo de eerste hulpgoederen per vliegtuig naar het rampgebied sturen. De bedoeling van SSO is om de week daarop daarnaast een schip met goederen naar Suriname te zenden.-.


Watersnood in binnenland

door Ivan Cairo

Paramaribo - Zware overstromingen teisteren grote gebieden aan de Boven-Suriname, Tapanahony, Lawa en de Boven-Marowijne. Het Boven-Surinamegebied is er het ernstigst aan toe. Een aantal airstrips in deze gebieden is nu onbruikbaar. Aanhoudende slagregens hebben de rivieren buiten hun oevers doen treden en op bepaalde plaatsen staat het water volgens ooggetuigen wel twee meter hoog in bepaalde dorpen.

Het verkeer te Asidonhopo geschiedt per korjaal. Dit beeld is eender in veel andere dorpen die zijn ondergelopen. De bewoners proberen zoveel mogelijk van hun spullen die nog te vinden zijn, te brengen naar hoger gelegen gebieden.-. dWT - Hijn Bijnen Het verkeer te Asidonhopo geschiedt per korjaal. Dit beeld is eender in veel andere dorpen die zijn ondergelopen. De bewoners proberen zoveel mogelijk van hun spullen die nog te vinden zijn, te brengen naar hoger gelegen gebieden.-. dWT - Hijn Bijnen

Plaatsen als Asidonhopo, de residentie van de granman der Saramaccaners, zijn zwaar getroffen, terwijl de toeristenoorden Awaradam, Kumalu en Isadou blank staan. “In feite moest je bijna rennen voor het water”, zegt een politieman die zaterdag uit het gebied is teruggekeerd. De bewoners zijn zodanig verrast door de noodsituatie dat niet alle voedselvoorraden in veiligheid gebracht konden worden. Slechts het vege lijf hebben ze kunnen redden door hoger gelegen gebieden in de omringende bossen op te zoeken. De meeste slachtoffers vonden onderdak bij familie en dorpsgenoten die op hoger gelegen delen van de dorpen wonen. Veel slachtoffers hebben huis en haard verloren, omdat woningen, veelal traditionele hutten, van hun fundament zijn gerukt. Vooral elektrische apparatuur en machines zoals kettingzagen die niet tijdig konden worden verplaatst, zijn nu onbruikbaar geworden.

Vanuit de lucht kon worden geconstateerd dat niet alle dorpen volledig onder water zijn gelopen, maar slechts de lagere delen. Volgens bejaarden in het getroffen gebieden heeft een dergelijke situatie zich nog nimmer voorgedaan ondanks extreme neerslag in het verleden. Plaatsen als Pokigron, Nyun Aurora, Botopasi en Semoisi kampen nu met ernstige wateroverlast.

“Van de Tapawatravallen is niets meer te zien, zo hoog staat het water”, vertelt dWT-fotograaf Hijn Bijnen. De ironie wil, dat begin vorig jaar hetzelfde gebied aan de Boven-Suriname nog kampte met extreme droogte en er voedselschaarste dreigde, toen rivieren en kreken droog kwamen te liggen, en transport van voedselvoorraden zeer moeizaam plaatsvond.

Gisteren heeft het leger verkenningsvluchten uitgevoerd in het rampgebied en nam ook minister Michel Felisi van Regionale Ontwikkeling poolshoogte met rampendeskundigen. Zondag voerde de regering spoedoverleg en is in beraad hoe de crisis aan te pakken. Inmiddels zijn instellingen zoals het Rode Kruis en de Medische Zending betrokken bij de hulpverlening aan slachtoffers.-.


 ‘A watra na wan sortu zondvloed’ Granman Aboikoni naar rampgebied

door Ivan Cairo

Paramaribo - “A watra na wan sortu zondvloed”, zo verwoordt granman Belfon Aboikoni van de Saramaccaners de watersnood die zijn woongebied heeft getroffen. Zelf reist het stamhoofd, die vanaf zijn ontvoering enkele weken geleden door ontevreden stamgenoten in Paramaribo vertoeft, vandaag af naar het Boven-Surinamegebied.

Tegenover de Ware Tijd verklaart Aboikoni dat zoals hem is gerapporteerd, noodhulp niet langer mag uitblijven. De mensen hebben volgens hem dringend voedselhulp en medicamenten nodig, terwijl ook goederen zoals tenten en kleding nodig zijn.

Ondertussen heeft hij telefonisch overleg gepleegd met president Ronald Venetiaan en minister Michel Felisi van Regionale Ontwikkeling. “In feite hebben we nu te maken met vluchtelingen in het gebied. De mensen hebben niets meer”, schetst Aboikoni de ernst van de situatie. Als Suriname alleen niet in staat is de crisis te bezweren, moet worden aangeklopt bij buurlanden zoals Frans-Guyana, vindt het stamhoofd. “Un’ n’e taki gron tori now now”, stelt hij over het onder water lopen van kostgrondjes, waardoor de voedselzekerheid van de plaatselijke bevolking verder onder druk is gekomen.

In het getroffen gebied wonen ruim 15.000 mensen. De granman vreest dat de dorpen die dichterbij het stuwmeer liggen, binnenkort ook met overstromingen zullen worden geconfronteerd, aangezien het water nu naar die richting afzakt. In de hoofdstad wordt Aboikoni met raad en daad bijgestaan door kap’ten Soerindra Mungra, die assisteert bij eventuele hulpverlening.

Ondertussen gaan er stemmen op, dat de extreme weersomstandigheden in het Boven-Surinamegebied te maken hebben met de onderlinge twist die is ontstaan rond de aanwijzing en benoeming van Aboikoni tot stamhoofd. De tweespalt leidde enkele weken tot zijn gewelddadige ontvoering uit zijn residentie in Asidonhopo naar het voorouderdorp Dangogo. Vernomen wordt dat het stamhoofd voornamelijk naar het gebied afreist om “met de rivier te gaan praten zodat de overstromingen ophouden”. Bij de rivier zal hij samen met enkele stamoudsten enkele riten uitvoeren om de oergeesten gunstig te stemmen zodat de rampspoed wordt gekeerd. “Het (de overstroming) is eigenlijk een straf en a granman mus go tak’ mofo.” Naar verluidt zouden stamleiders in het verleden redding hebben gebracht door tijdens extreme droogte waarbij de rivier kwam droog te liggen, tot de rivier te praten.-.


‘Brood droppen tegen acute hongersnood’

door August van Dijk , 08/05/2006

Paramaribo - “De watersnoodramp die zich nu in het Lawa-, Tapanahony- en Boven-Surinamegebied afspeelt, mag niet worden onderschat. Het moet iets verschrikkelijks zijn wat zich daar nu afspeelt.” Ingenieur Albert del Prado heeft begin jaren tachtig de microwaterkrachtcentrale te Poketi, 45 kilometer bovenstrooms van Stoelmanseiland, gebouwd. Hij heeft 35 jaar werkervaring in het binnenland.

Bij het dorp Nieuw Aurora staat een brede strook langs de rivier blank.Bij het dorp Nieuw Aurora staat een brede strook langs de rivier blank.

De binnenlandbewoners zijn door de snelle stijging van het water overvallen. De mensen kunnen niet meer koken; hun kookplaatsen, potten, pannen en brandhout zijn weggespoeld. Ook hun boten en buitenboordmotoren zijn door het water meegesleurd of gezonken. Vaten brandstof en jerrycans zijn weggedreven. Werklokaties en gebruiksartikelen zijn vernietigd.

Als het om waterhoogtes van twee meter en meer gaat en mensen de bossen zijn ingevlucht om hoger gelegen plaatsen te bereiken waar ze in de nattigheid moeten overleven, dan is er nu al sprake van honger. “Dat moeten we niet onderschatten. Een optie is om meteen brood in plastic, zout, suiker, blikjeswaren, dekens en tenten te droppen op de plaatsen waar de vluchtelingen zich bevinden. Want we moeten ons voorstellen dat ze nu alleen maar het vege lijf aan het redden zijn”, constateert Del Prado. En het regent er nog steeds.

Het is een verschrikking vooral voor kinderen, vrouwen en bejaarden die voor het grootste deel de dorpen bevolken, om nu in natte oerwouden te moeten overnachten. Straks zullen ze ook problemen krijgen met drinkwater. Volgens Del Prado is deze ramp vermoedelijk door zware regenval in het diepe zuiden in de regio van het Toemoek Hoemakgebergte ontstaan. De bronrivieren die naar het noorden afstromen en al sterk gezwollen waren, kregen anders dan normaal enorme buien te verwerken op juist die plaatsen. Op basis van metingen van het Bureau Water Kracht Werken die sinds 1952 plaatsvonden, is dit geen onbekend verschijnsel. Paramaribo zal volgens Del Prado nauwelijks iets van deze extreem hoge waterstanden merken, omdat het Brokopondo-stuwmeer voldoende bergingscapaciteit heeft.-.


Gevolgen wateroverlast minimaal voor stuwmeer

door Julien Peneux, 08/05/2006

Paramaribo - De gevolgen van de wateroverlast waarmee het Boven-Surinamegebied momenteel kampt, zijn minimaal voor het niveau in het Van Blommensteinstuwmeer te Afobaka. Vanaf de situatie in het getroffen gebied vrijdag begon te verslechteren, is het waterpeil in het stuwmeer maar met tien centimeter gestegen. En tot gisteravond zes uur was daar geen verandering in gekomen. Er is dan ook geen sprake van spillen van overtollig water uit het stuwmeer, reageert Henk Esajas Suralco’s Chief Public Relations and Communications Officer.

DWT sprak hem gisteravond laat. “Het spillen van water past niet in het managementdenken van de maatschappij”, benadrukt hij. Met zijn reactie helpt Esajas ‘wilde’ verhalen uit de wereld als zou het water in het stuwmeer zodanig zijn gestegen, dat spillen nodig is. Indien dat was gebeurd, zouden dorpen achter de Afobakadam daarvan last kunnen ondervinden. Het meer ontvangt zijn water onder meer vanuit de Surinamerivier.

Het waterpeil bedraagt momenteel 247 voet, ruim 80 meter. De maximale hoogte is 260 voet, terwijl het niveau niet minder dan 230 voet mag zijn. Esajas zegt dat in dit geval het gezegde ‘een geluk bij een ongeluk’ niet geldt, omdat het meer geen profijt trekt uit het vele water. De ramp voltrekt zich immers meer in zuidwestelijke richting in Sipaliwini en heeft daarom geen invloed op de waterhuishouding in het stuwmeer, dat ‘gevoed’ wordt vanuit een afgebakend gebied. “Het zou alleen invloed kunnen hebben als het water met een enorme kracht en grote golven zijn weg kon vinden naar het meer”, legt Esajas uit.

Hij zegt dat de Suralco de situatie close blijft monitoren en bereid is, na inventarisatie van de problematiek door de regering, bijstand te verlenen. Overigens is de maatschappij al benaderd door regeringsfunctionarissen voor hulp. “Dat is altijd de houding geweest van het bedrijf”, zegt Esajas. “Maar we willen eerst concreet weten hoe het plaatje eruit ziet”.-.

Bron/Copyright:

,07/05/2006

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2006. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics