Nickerie.Net, vrijdag 21 juli 2006


Hoofdverdachte moneylaunderingszaak Nickerie riskeert vier jaar celstraf

Nickerie - De Guyanees Moolpersaud Maniram hoorde gisteren vier jaar celstraf met aftrek tegen zich eisen wegens moneylaundering (het voor handen hebben van geld afkomstig van enig misdrijf) en overtreding van de Deviezenwet. Tegen de overige twee verdachten in deze zaak, Dewieknandan en Robby Baidjoe, eiste de vervolging voorwaardelijke straffen. Officier van justitie Gracia Paragsing eiste tegen Robby – rekeninghoudend dat hij een first offender is – een voorwaardelijk straf van drie maanden wegens poging tot geldsmokkel. Voor moneylaundering eiste de officier vrijspraak omdat dit niet uit het onderzoek is bewezen.

Tegen de vader van Robby, Dewieknandan, eiste de officier – gelet op het feit dat verdachte reeds eerder in aanraking is gekomen met justitie – een straf van zes maanden voorwaardelijk wegens poging tot geldsmokkel. T.a.v de ten laste gelegde de moneylaundering eiste de officier eveneens vrijspraak omdat dit niet uit de verve is gekomen uit het onderzoek. De raadsman van Maniram, mr. Oscar Koulen, die gisteren een vurig pleidooi hield, was van oordeel dat zijn cliënt moest worden vrijgesproken voor moneylaundering. De raadsman - hij gaf de officier een flinke veeg uit de pan - vroeg zich in gemoede af aan welk misdrijf het OM het handelen van zijn cliënt relateerde. De advocaat blijft erbij dat de officier er niet in is geslaagd om te bewijzen dat het geld van zijn cliënt afkomstig is van enig misdrijf. Ook de rechter zal daarom volgens Koulen – verwijzend naar opdracht Hoge Raad 1999 Nederlandse Jurisprudentie 1999 no. 327 – moeten nagaan of de bestanddelen van enig misdrijf zijn vervuld.

Koulen plaatste gisteren ook kritische kanttekeningen bij de verklaring van de officier alszou de locale bankinstelling vanwaar het geld afkomstig is, weigeren informatie te geven over wanneer en door wie het geld is gelicht. Volgens de advocaat hebben zowel het OM en het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (M.O.T) de middelen ter beschikking om de informatie te kunnen achterhalen. ‘Waarom zijn het OM en het MOT niet op hun achterpoten gaan staan om de informatie te krijgen van de bank,?’ vroeg Koulen. Volgens de raadsman zou aan de hand van deze informatie nagegaan kunnen worden wanneer het geld is gelicht en/of dit geld vanuit Paramaribo naar Guyana is gegaan. Koulen benadrukte dat zijn cliënt zich enkel schuldig heeft gemaakt aan overtreding van de Deviezenwet, en dient hij conform hieraan slechts een boete opgelegd te krijgen. De raadsman van Dewieknandan en Robby Baidjoe, mr. Matawli, pleitte ervoor dat zijn cliënten werden vrijgesproken voor alle aan hun ten laste gelegde feiten.

Matawli is van oordeel dat er niet voldoende bewijzen aanwezig zijn om tot een veroordeling te komen. Rechter Pultoo doet mogelijk een uitspraak op 8 augustus in deze zaak. Moolpersaud werd op 30 december van het vorig jaar aangehouden in het rijstdistrict Nickerie toen hij op die bewuste dag poogde om vanuit het Corantijnstrand de oversteek te doen naar Guyana. Door kordaat optreden van de plaatselijke politie kon dit echter voorkomen worden. Moolpersaud – hij was samen met Robby - had een bedrag van US$ 391.000 in zijn bezit die hij weggooide op de rotsen toen hij schoten hoorde. Vanaf zijn aanhouding heeft verdachte zeven verschillende verklaringen afgelegd over de herkomst van het geld. De verklaring die hij ter terechtzitting aflegde is dat hij goederen (luxe en voedingsmiddelen) zou kopen bij ene Hardath. Echter blijkt volgens officier Paragsing dat bij navraag bij CBB en de KKF dat deze Hardath niet bestaat.

Widjai Ganesh

Bron/Copyright:

Dagblad Suriname

,21-07-2006

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2006. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics