Nickerie.Net, dinsdag 30 november 2010


Moiwana-nabestaanden weten zich geen raad met Bouterse

Nickerie - Moiwana-nabestaanden weten zich geen raad met Bouterse Volksvertegenwoordiger Ronnie Brunswijk (l) assisteert op eigen verzoek een basya en een kapitein op 31 juli 2008 tijdens een plengoffer ter ere van de officiële overdracht van het Moiwana Monument aan de gemeenschap. Hij heeft altijd gepleit voor vervolging van de moordenaars en de toenmalige legerchef, aangewezen als de hoofdverantwoordelijke van de verwoesting van het dorp en van de ruim 50 doden op 29 november 1986. Nu hij met Bouterse een coalitie vormt, zwijgt Brunswijk in alle talen over het bloedbad en Bouterse’s aandeel. Hij was vandaag ook niet aanwezig bij de herdenkingsactiviteiten. (archieffoto / Ranu Abhelakh)

Volksvertegenwoordiger Ronnie Brunswijk (l) assisteert op eigen verzoek een basya en een kapitein op 31 juli 2008 tijdens een plengoffer ter ere van de officiële overdracht van het Moiwana Monument aan de gemeenschap. Hij heeft altijd gepleit voor vervolging van de moordenaars en de toenmalige legerchef, aangewezen als de hoofdverantwoordelijke van de verwoesting van het dorp en van de ruim 50 doden op 29 november 1986. Nu hij met Bouterse een coalitie vormt, zwijgt Brunswijk in alle talen over het bloedbad en Bouterse’s aandeel. Hij was vandaag ook niet aanwezig bij de herdenkingsactiviteiten. (archieffoto / Ranu Abhelakh)

,,Toen Bouterse nog geen president was, zei hij altijd dat er geen onderzoek hoefde te worden gedaan naar de moorden in Moiwana. Een militaire confrontatie tussen de militairen en het Jungle Commando, zo moest het heten. Sinds hij aanzit, heeft die meneer niet meer over Moiwana gerept. We weten niet wat hij gaat doen en waar we aan toe zijn, niet iedereen vertrouwt het zaakje,” aldus André Ajentoena, voorzitter van de in Frans-Guyana gevestigde Stichting Moiwana vanmorgen in gesprek met De West. Nabestaanden en belangstellenden hebben vanmorgen in bedrukte sfeer het bloedbad herdacht in het plaatsje Charvein (Mana, Frans-Guyana). Daarna zetten ze de ceremonie voort bij het Moiwana Monument op de plek van het verwoeste dorp Moiwana langs de Oost-Westverbinding. Op beide plekken werden rituelen uitgevoerd onder begeleiding van een kapitein. Ajentoena zegt dat hij in augustus, namens de nabestaanden, een brief heeft gericht aan de toen pas geïnaugureerde president Desiré Bouterse, met afschriften naar minister Martin Misiedjan van Justitie en Politie en voorzitter Jenny Simons van De Nationale Assemblee (DNA). ,,Maar tot nu toe hebben we niks van ze gehoord,” vervolgt Ajentoena, zelf een overlevende van het bloedbad van 29 november 1986, waarbij ongeveer vijftig dorpelingen werden doodgeschoten. Niemand van de regering heeft meegedaan aan de herdenkingsactiviteiten. Sinds het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens (IACHR) in 2005 de Staat Suriname heeft veroordeeld, heeft Ajentoena gewaarschuwd dat met Bouterse aan het bewind de uitvoering zou kunnen gaan verslappen, aangezien hij als toenmalige legerchef en regeringsleider direct of indirect en militair en politiek de verantwoordelijkheid zou moeten dragen. De nabestaanden willen volgende week al schriftelijk opheldering aan minister Misiedjan vragen. Misiedjan werd in de jaren negentig en begin 2000 populair vanwege zijn inzet en pleidooi als jurist. Hij had via de mensenrechtenorganisatie Moiwana’86 een sterke campagne op touw gezet en nam het geregeld publiekelijk op voor de nabestaanden. Vandaag was hij niet bereikbaar voor commentaar. ,,Er gaat ook een brief richting de volksvertegenwoordigers van Marowijne,” aldus Ajentoena. Als niets meer lukt, schroomt hij niet om zijn beklag te doen bij het IACHR dat het vonnis had uitgesproken. Had de Surinaamse overheid vijf jaren de tijd van het IACHR in Costa Rica om het vonnis totaal uit te voeren, een groot deel zal niet zijn uitgevoerd voordat het termijn ultimo 2010 verloopt. Het uitgevoerd deel betreft de uitkering van smartengeld à US$13.000 aan elk van de 103 nagetrokken nabestaanden van de slachtoffers, de storting van ongeveer 65% van de verplichte US$ 1,2 miljoen in het herstelfonds voor Moiwana, de bouw van een monument en een openbaar excuus van de regering. Nog niet uitgevoerd: storting resterende US$ 400.000 in het herstelfonds, formele erkenning van de grondenrechten van de marrons in Marowijne en andere gebieden waar marrons leven, Onderzoek en vervolging van de moorden en terugbezorging van de stoffelijke resten die uit een massagraf waren verwijderd in het belang van het toen ingezette politioneel onderzoek. Parlementarier Marinus Bee (AC/ABOP) zegt dat hij vanmorgen omstreeks 08:00 uur naar de plek van het monument is geweest om een eventuele herdenkingsactiviteit bij te wonen, maar trof niemand aan. Overigens heeft hij geen uitnodiging ontvangen en niets formeel vernomen. Hoewel hij ervan overtuigd is dat de zittende regering het vonnis wil uitvoeren, houdt hij er rekening mee dat gebrek aan financiën vertraging kan betekenen. Als het 8 december proces gewoon zijn beloop kan hebben, dan gelooft Bee dat ook een Moiwana-onderzoek mogelijk moet zijn in democratisch Suriname. Hij wil de komende dagen Ajentoena en anderen van de stichting uitnodigen zodat hij meer inzage krijgt in de status quo van de kwestie. ,,We hebben de mensen niet in de steek gelaten. Ik wil zelfs kijken of ik van mijn kant het een en ander hierover kan vragen aan de regering tijdens de aanstaande begrotingsbehandeling,” aldus Bee.

Bloedbad van Moiwana

Het bloedbad van Moiwana was een slachting, die op 29 november 1986 werd aangericht in het Oost-Surinaamse Marrondorp Moiwana door een militaire commando-eenheid. Ongeveer 50 dorpelingen, meest vrouwen en kinderen, werden om het leven gebracht en hun woningen in brand gestoken. De aanval werd uitgevoerd door het Nationaal Leger van Suriname, dat onder leiding stond van Desiré Bouterse. Deze gebeurtenis markeert het dieptepunt van de Binnenlandse Oorlog in Suriname tussen het Nationaal Leger onder leiding van Desiré Bouterse en het Jungle Commando onder leiding van Ronnie Brunswijk. Nog niet eerder waren zoveel onschuldige burgerslachtoffers in deze oorlog gevallen. Meteen na dit drama kwam een enorme vluchtelingenstroom op gang. De meeste mensen (ongeveer 5000) vluchtten naar het nabije Frans-Guyana, waar door de Franse autoriteiten diverse kampen voor de vluchtelingen werden ingericht. Men mocht echter niet werken of onderwijs volgen, met als gevolg dat een hele generatie kinderen niet aan de schoolplicht heeft kunnen voldoen. Pas begin jaren 90 kwam een voorzichtige repatriëring op gang. Over de gebeurtenis is een film gemaakt: Membre Moiwana. Van overheidswege is de massaslachting tot 2005 nooit in behandeling genomen. Het mensenrechtenbureau “Moiwana’86” heeft onder leiding van directeur Stanley Rensch jarenlang gestreden voor erkenning van wat het een misdaad noemde. Op 15 augustus 2005 werd bekend, dat het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten de regering van Suriname heeft veroordeeld inzake de massamoord.

Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net / De West

30-11-2010

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2010. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics