Nickerie.Net, vrijdag 29 juli 2011


Ingezonden:

Politiek moest niet ingrijpen in geschiedschrijving

Een nieuw geschiedenisboek voor de zesde klas heeft voor veel beroering gezorgd in de politieke partij NDP. De NDP is van oordeel dat de inhoud van het boek haar politiek leider criminaliseert. Intussen zou het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling al bezig zijn de reeds gepubliceerde en verspreide boeken in beslag te nemen. Ik heb het boek nog niet gelezen en ben dus niet in staat om een oordeel te geven over de inhoud. Een oordeel vellen daarover is echter niet de kern van dit stuk. Ik wil het hebben over het proces van de totstandkoming van de inhoud. De centrale vragen zijn daarbij hoe het besluitvormingsproces ingericht zou moeten zijn en wie betrokken zouden moeten zijn bij de totstandkoming van de inhoud. Men moet in ogenschouw nemen dat het voorschrijven van een nationale tekstboek al een bepaalde keuze op zich is. De Staat probeert daarmee op een heel directe manier in te grijpen wat betreft de onderwezen literatuur.

Wat voorop moet staan is dat het besluitvormingsproces transparant verloopt en dat er meerdere groepen bij de totstandkoming van de inhoud betrokken moeten zijn. Dit houdt in dat er een officiële, onafhankelijke en openbare commissie ingesteld moet worden die in consensus moet besluiten over de geschiktheid van een tekstboek. In dit raamwerk is het mogelijk dat er meerdere tekstboeken geschikt gevonden worden.

Demonstratie door o.a. nabestaanden van overledenen, afgeslacht onderleiding van Desi Bouterse.

 De individuele leerkracht of school krijgt hierdoor meer keus. Deze commissie moet samengesteld zijn uit meerdere deskundigen met betrekking tot het onderliggende onderwerp, leerkrachten en didactici. Aan al deze groepen personen moeten er strenge en hoge eisen gesteld worden. Men moet hier denken aan onder andere de opleiding, werkervaring en publicaties. De commissie moet echter consultaties met externe partijen verrichten. Hier moet gedacht worden aan leerlingen, het bredere relevante onderwijsveld en het brede relevante academisch veld.

Een verslag van de consultaties moet opgesteld worden, waarin wordt aangegeven:

  • welke bezwaren en suggesties er naar voren zijn gekomen
  • welke van deze hebben geleid tot aanpassing en op wat voor wijze
  • en wat de argumenten van de commissie zijn om bepaalde van deze terzijde te schuiven.

Dit is een langdurig en relatief kostbaar proces om te bewandelen, maar lijkt op dit moment de juiste manier om te komen tot een tekstboek.

De opzet moet er op gericht zijn om directe politieke inmenging uit te sluiten, om machtsuitoefening transparant te maken en om via brede inspraak en discussie te komen tot standaarden.

Een tekstboek is uiteindelijk het gedachtegoed van een persoon of groep van personen. Wanneer de Staat verbiedt dat dit gedachtegoed verspreidt wordt, dan maakt het een ernstige inbreuk op de vrije meningsuiting. Blijkbaar moeten er ook nog koppen rollen bij het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling naar aanleiding van het boek. De minister gaat op verzoek van politici specifieke zinnen en plaatjes veranderen of eruit halen. Hiermee heeft het huidige politieke establishment zichzelf weer overtroffen.

Mijn voorstel is dat het nieuw boek gewoon het hele voorgestelde proces doorloopt, zover dat niet gebeurd is. Het boek zou dan bij goedkeuring gebruikt kunnen worden in het schooljaar 2012-2013.

PS: Volgens meneer Van der San is het boek een politiek strijdmiddel van het Nieuw Front om stemmen te vergaren. Meneer Van der San moet echter nog duidelijk maken hoe een geschiedenisboek dat bestemd is voor personen rond de elf jaar het stemgedrag van stemgerechtigde meerderjarige personen kan veranderen in de assembleeverkiezingen van onder meer 2010 en 2015.

In het communiqué van de NDP is er naast het Front ook Nederland weer eens aangewezen als schuldige. Deze plaat is geliefd bij de NDP wanneer de politieke leider weer eens geconfronteerd wordt met de daden uit zijn verleden. Dat is gemakkelijker dan de ethische kwesties te adresseren.

Het is opvallend dat het communiqué van de NDP het heeft over de president van Suriname. Voor het historisch perspectief over de staatsgreep is de huidige functie van meneer Bouterse niet van belang. We zouden het dan moeten bijvoorbeeld moeten hebben over de beroepsmilitair Bouterse.

Recentelijk nog heeft fractievoorzitter Panka van de NDP in het parlement het bezwaar geuit dat de president van Suriname besproken wordt als zijnde verdachte in het 8-Decemberproces. Waarom is het in dat geval niet toegestaan dat meneer Bouterse aangeduid wordt als zijnde president van Suriname en er in het geval van het communiqué er schande van gesproken wordt dat de president van Suriname besproken wordt op een bepaalde manier? Meneer Bouterse is niet de president wanneer hij stront aan zijn schoen heeft, maar hij is wel de president wanneer hij stront aan zijn schoen dreigt te krijgen.

Het Nieuw Front wordt beschuldigd van crimineel gedrag. Kan men daarbij ook vermelden welk artikel in het strafrecht dan overtreden zou zijn?

Nu we het toch hebben over crimineel gedrag. Volgens de NDP wordt hun politiek leider gecriminaliseerd. Ik wil bij de NDP in herinnering brengen dat onder meer tijdens de staatsgreep diverse misdrijven zijn gepleegd door meneer Bouterse, waaronder muiterij (Artikel 93 Wetboek van Militair Strafrecht). De wet van 3 april 1980 (S.B. 27) vermeld dat: “Voor al degenen, die zich in verband met de militaire ingreep van 25 februari 1980 hebben schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, begaan in de periode van 25 februari tot en met 31 maart 1980, worden hierbij strafrechtelijke gevolgen opgeheven.” Een vrijbrief voor een periode van vijf weken voor een zeer inexact omschreven groep personen. De NDP wil maar al te graag dat de samenleving deze geschiedenis vergeet. De NDP zal eens moeten accepteren dat meneer Bouterse niet kan ontsnappen aan de bagage die hij meedraagt en dat je nooit iets kan recht praten wat krom is.

Quiz

In welk decreet van 29 juni 1983 wordt het volgende vermeld:

“Het is verboden geschriften in te voeren, door te voeren, te verhandelen, te verspreiden, in bezit te hebben, in voorraad te hebben, te produceren of te reproduceren, welke naar het oordeel van het bevoegde gezag de openbare orde en rust of de nationale veiligheid ernstig kunnen verstoren.”

Straf: gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.

Misschien kunnen we deze quiz ook plaatsen in het nieuwe geschiedenisboek.

Mataki

 

Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net/GFC Ingezonden

29-07-2011

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2011. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics