Nickerie.Net, donderdag 03 mei 2012


Oordeel krijgsraad amnestiewet: lakmoesproef rechtsstaat

De krijgsraad doet naar verwachting op vrijdag 11 mei uitspraak over de invloed van de amnestiewet op de strafzaak tegen de verdachten van de decembermoorden. Over de kennelijke onverenigbaarheid van deze wet met de grondwet en het internationaal recht is al het nodige gezegd en geschreven. Een ander, nog belangwekkender, aspect van de zaak is evenwel onbesproken gelaten. De amnestiewet is namelijk de eerste echte testcase voor de verhouding tussen wetgevende en rechtsprekende macht in Suriname. Daarmee is het rechterlijk oordeel van de krijgsraad over de geoorloofdheid van deze wet de lakmoesproef voor de rechtsstaat Suriname.

Waarheidscommissie

Op 5 april jongstleden gaf De Nationale Assemblee haar goedkeuring aan een amnestiewet die moet voorkomen dat de krijgsraad einduitspraak doet in de strafzaak tegen de verdachten van de decembermoorden. Daarvoor in de plaats heeft de Surinaamse regering voorgesteld een waarheids- en verzoeningscommissie in te stellen. Zo’n commissie zou volgens de wetgever beter beantwoorden aan de behoeften van het Surinaamse volk. Dat deze wet er mede toe leidt dat de nabestaanden van de slachtoffers het enig beschikbare nationale rechtsmiddel wordt ontnomen is volgens de regering jammer, maar helaas onvermijdelijk.

Als we het ministerie van Buitenlandse Zaken moeten geloven is door de Secretaris-Generaal van de OAS steun toegezegd bij het opzetten van de waarheids- en verzoeningscommissie. Daar staat echter tegenover dat het Inter-Amerikaanse Hof voor de rechten van de mens een hele waslijst aan juridisch bindende uitspraken heeft gedaan waarin exact het tegenovergestelde wordt bevolen, namelijk om strafrechtelijke vervolging in te stellen of deze te hervatten. Deze rechtspraak staat onder rechtswetenschappers niet voor niets bekend als ‘the duty to punish doctrine’. Bij gebrek aan een officieel communiqué van de zijde van de OAS zijn we dus genoodzaakt de beweringen van het ministerie met een korreltje zout te nemen.

Strategie

Door medewerking te verlenen aan de bekrachtiging van deze wet heeft de Surinaamse wetgever doelbewust en op grove wijze zijn wetgevende bevoegdheid overschreden. Het is immers zo klaar als een klontje dat de amnestiewet in regelrechte strijd is met nogal wat verboden en grondrechten, zoals neergelegd in de Surinaamse grondwet. Bovendien is de amnestiewet in flagrante strijd met buitengewoon belangrijke internationale verplichtingen die de Surinaamse staat op het gebied van de mensenrechten is aangegaan. Nog kwalijker echter is dat de Surinaamse wetgever door deze wet de rechterlijke macht op een tamelijk schaamteloze en ongrondwettelijke wijze poogt te dwingen om zich te schikken naar de wil van ‘het volk’.

In het geval de krijgsraad toegeeft aan het democratisch genomen besluit om de lopende strafrechtelijke procedure tegen de verdachten te staken, zal dat vrijwel zeker uitlopen op een veroordeling van de Surinaamse staat door het Inter-Amerikaanse Hof. Dit Hof zal de Surinaamse staat bevelen om het strafproces onmiddellijk te hervatten. Deze hernieuwde vervolgingsbeslissing moet echter worden genomen door het Openbaar Ministerie (OM), en dat orgaan valt weer binnen de machtssfeer van de regering. Het lijkt dan ook uitgesloten dat het OM gevolg zal geven aan een opdracht van het Inter-Amerikaanse Hof zolang de huidige coalitie aan de macht is. Ook met een veroordeling van de Surinaamse overheid door het Inter-Amerikaanse Hof op zak zullen de nabestaanden van de 15 slachtoffers dus met lege handen komen te staan.

De strategie die schuilgaat achter de amnestiewet heeft dus duidelijk tot doel de besluitvorming over de zaak uit de machtssfeer van de rechterlijke macht te halen. Het uitsluiten van de kans dat de krijgsraad een veroordeling uitspreekt tegen (enkele van) de verdachten weegt hierbij dus beduidend zwaarder dan de eventuele gevolgen van het negeren van een uitspraak van het Inter-Amerikaanse mensenrechtenhof.

Belang rechtshandhaving en -bescherming

In een democratische rechtsstaat waarin straffeloosheid voor ernstige mensenrechtenschendingen door de wetgevende of uitvoerende macht dreigt te worden vergoelijkt, komt het uiteindelijk aan op onafhankelijke, integere en moedige rechters die tegenwicht durven bieden aan dergelijke tendensen. Voorstanders van amnestie presenteren de wet als een overwinning van de democratie. In werkelijkheid is het begrip democratie onlosmakelijk verbonden met het rechtsstaat-idee. Het zijn, als het ware, communicerende vaten: wanneer een democratie zich niet gebonden acht aan rechtsstatelijke normen, ontaardt zij in een dictatuur van de meerderheid.

De laakbare handelswijze van de zijde van de Surinaamse wetgever maakt dan ook dat de rechtshandhaving en -bescherming door de rechterlijke macht alleen maar in belang toeneemt. Het is in een democratische rechtsstaat eenvoudigweg onbestaanbaar dat de meest fundamentele grondrechten van Surinaamse burgers buitenspel kunnen worden gezet door een simpel en pertinent ongrondwettelijk wetje. Een dergelijke gang van zaken zou betekenen de Surinaamse grondwet wordt gereduceerd tot niet meer dan een aardig, doch waardeloos stukje proza. Bovendien zou de rechterlijke macht verworden tot een willoos werktuig van de politiek. Dit scenario zou in ieder geval geen recht doen aan de belangrijke taak die de rechterlijke macht heeft te vervullen in elke, zichzelf respecterende, democratische rechtsstaat. Als de Surinaamse burger zich ook door de rechter niet beschermd weet tegen schendingen van de meest elementaire grondrechten, dan is het einde pas echt zoek.

Het moge duidelijk zijn dat veel afhangt van het oordeel dat de Surinaamse krijgsraad op 11 mei zal vellen. Het oordeel van de drie rechters zal doorslaggevend zijn voor de mate waarin het rechtsstaat-idee voet aan de grond krijgt in Suriname. Het is dan ook uitgesloten dat zij zwichten onder de oneigenlijke druk van de zijde van de wetgever. Integendeel, de krijgsraad zal rechtspreken zoals het hoeders van de rechtsstaat betaamt. Democratische besluitvorming en bescherming van fundamentele grondrechten gaan niet altijd samen. Waar zij botsen, moeten grondrechten altijd zegevieren. Het is van het allergrootste belang dat de krijgsraad de relatief jonge Surinaamse democratie daaraan herinnert. Ik heb er alle vertrouwen in dat ons geliefde vaderland deze lakmoesproef glansrijk zal doorstaan.

Geatano Best

Mr. Gaetano Best is werkzaam bij het Amsterdam Center for International Law van de Universiteit van Amsterdam, alwaar hij promotieonderzoek doet naar de nationale berechting van internationale misdrijven.

Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net / NSS / FOS Network

03-05-2012

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2012. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics