Nickerie.Net, dinsdag 12 november 2013


De getroffen familie Sanjai Jairam

Monday 11 November

Op 16 januari 2013 werd mijn echtgenote opgenomen in het LMSZN en was zij de volgende dag op 17 januari 2013 als eerste patient voor die ochtend geopereerd door dokter Rao en dokter Liem. Ik zat buiten de operatiekamer te wachten. Na afloop van de opreatie kreeg ik van dokter Rao te horen dat mijn echtgenote al die tijd gelijk had om te klagen over de ondragelijke pijnen.Van hem kreeg ik ook te horen dat door het ontbreken van de baarmoeder de darmen naar beneden waren gezakt waardoor er een enorme druk op beide eierstokken was ontstaan in de loop der tijd. Door deze druk was de rechtereierstok volledig bekneld geraakt en donkerbruin geworden. Hij zei dat de linkereierstok ook bekneld was geraakt en gedeeltelijk donker bruin was geworden. Hij gaf te kennen dat op grond hiervan hij genoodzaakt was beide eierstokken en eileiders te verwijderen. Hij had beide organen naar Paramaribo opgestuurd voor verder onderzoek. Aan de hand van de resultaten zouden horen of mijn echtgenote wel of geen gebruik moest maken van hormoontabletten voor haar verdere leven, aangezien het de eierstokken zijn die voor de aanmaak van hormone zorgen. Later kregen wij van hem te horen dat de resultaten goed waren, dat zij geen hormoontabletten hoefde te gebruiken en dat zij niet meer bij hem als gynaecoloog voor verdere behandeling hoefde. Als reden gaf hij op dat mijn echtgenote baarmoeder noch eierstokken meer heeft.

17 januari 2013

In de namiddag van 17 januari 2013, nadat mijn echtgenote volledig ontwaakt was uit de narcose, klaagde zij dat zij ontzettend veel pijn in haar buik had.Voor haar was het een abnormale pijn aangezien zij al eerder geopereerd was aan haar buik en toch wel wat ervaring had opgelopen. Zij bleef maar klagen en de verpleegkundigen argumenteerden deze als te zijn een normale reactie van het lichaam na de operatie. De dokter werd erbij gehaald. Ook hij vond het heel vreemd dat zij zoveel pijn had. Hij gaf haar een prikje hiervoor en desondanks kwam er geen verandering in de pijnklachten.

http://www.gfcnieuws.com/wp-content/uploads/2013/11/gaas_Detailfoto.jpgDe achtergelaten gaascompre

De volgende ochtend begreep ik van mijn echtgenote dat ze een heel zware en pijnlijke avond had moeten doorbrengen. Ze voelde een druk in haar buik en er was duidelijk een harde plek naast haar navel te voelen. Het was ongeveer zo groot als een tennisbal en het voelde heel hard en pijnlijk aan. De dokter werd op de hoogte gesteld van dit overduidelijk verschijnsel en hij argumenteerde dat er lucht in de darmen was. Hij benadrukte dat hij een heel succesvolle operatie verricht had in samenwerking met dokter Liem. Volgens hem zat er lucht in de darmen en als reden gaf hij op dat het kon gebeuren omdat mijn echtgenote sedert de operatie niet mocht eten. Hij adviseerde mijn echtgenote om te puffen om zodoende de lucht die in haar darmen zat en die zo overduidelijk voelbaar was volgens hem eruit te krijgen. Ondanks de enorme pijnen volgde mijn echtgenote het advies op, ze deed haar best met de hoop dat ze op zo een manier verholpen zou kunnen worden van de enorme pijnen in haar buik, maar er kwam helemaal geen lucht uit haar darmen. De pijnen werden steeds erger en wij verzochten de dokter om een andere oplossing. Hij liet een echo en een röntgenfoto maken en daarna volgde ook een bloed onderzoek. Volgens de uitslag van het bloed onderzoek was de bezinking 300!

Er was overduidelijk sprake van een zware ontsteking en het leven van mijn echtgenote was in gevaar. Volgens de uitslag van de echo en de röntgenfoto was duidelijk te zien dat er luchtbelletjes in de buik- en borstholte waren. Tijdens het middagbezoek was mijn huisarts, dokter Jaggernat , gekomen na geïnformeerd te zijn van de hele situatie. Zijn bevindingen over de röntgenfoto beschreef hij als een heel zware bacteriële infectie die levensbedreigend was. Hij adviseerde terstond te beginnen met zware antibiotica om de bezinking zodoende de kop in te drukken, anders zou het mis kunnen gaan. Dit had ik direct daarna besproken met dokter Rao en er was dan een begin gemaakt met het toedienen van antibiotica. Verder had dokter Rao contact gemaakt met de chirurg Liem over de lucht die volgens hem in de darmen zat en maar niet uit het lichaam kon geraken.Tijdens het middagbezoek had ik begrepen dat er helemaal geen verbetering in de gezondheid van mijn echtgenote was gekomen, ze leed alleen maar pijn. Na het middagbezoek huiswaarts te zijn gekeerd, was ik zeer ontevreden over de situatie van mijn echtgenote. Later op de avond had ik mijn echtgenote gebeld en ik vroeg haar hoe zij zich voelde. De manier waarop zij tot mij sprak was zorgwekkend voor mij, het leek erop dat ze zelfs moeite had met praten.

Daarna had ik via de centrale telefoonlijn van LMSZN naar de situatie van mijn echtgenote geïnformeerd. Als antwoord hierop kreeg ik te horen dat zij het goedmaakte en dit kwam als alles behalve de waarheid over bij mij. Terstond maakte ik contact met dokter Rao en verzocht hem om een kijkje te gaan nemen bij mijn echtgenote. Hij zei mij dat ik me niet druk hoefde te maken en gewoon de arts moest vertrouwen, maar ik bleef smeken tot hij toestemde. Ik hield hem ook voor dat ik direct richting LMSZN vertrok. Tegen 22:30 uur was ik al bij mijn echtgenote. Toen ik naar haar keek was ik geschrokken. Haar lichaam zat nu vol met slangen. Een via haar neus naar haar maag, een voor ontlasting, een voor urine en een voor infuus en antibiotica. Ze zag er helemaal niet goed uit, ze keek heel zielig en liet blijken dat ze het niet meer zou halen. Haar ogen zaten vol met tranen om al de pijnen en het lijden dat ze niet verdiend had. Ik zie het nog voor mijn ogen hoe mijn echtgenote met al die slangetjes op bed lag. De dokter stelde me weer gerust met zijn woorden:” HEB VERTROUWEN IN MIJ , HET KOMT ALLEMAAL GOED, HET IS MAAR EEN KWESTIE VAN TIJD”. Hij zei dat het wat tijd zal nemen gezien mijn echtgenote verzwakt was. Toen kwam broeder Gangapersad de kamer binnen om alles misschien te controleren. Dokter Rao had er geen moeite mee dat ik in de kamer bij mijn echtgenote de avond zittend zou doorbrengen om als troost en ondersteuning voor haar te kunnen dienen .Kort daarna verliet dokter Rao de kamer. Ik had broeder Gangapersad voorgehouden dat ik achter zou blijven bij mijn echtgenote als troost en ondersteuning gezien haar situatie, maar nee, hij had geweigerd met als argument dat ze tijdens de avond met haar bezig zouden zijn. Hij zei dat dit alleen met de toestemming van de directeur mocht gebeuren. Ik hield hem nog de situatie van mijn echtgenote voor en dat de directeur uitlandig was. Ik had geen andere keus dan het terrein te verlaten. Ik wilde maar niet wegrijden van het ziekenhuis, ver van mijn zieke echtgenote, maar het moest. Ik ben de hele avond wakker gebleven en had God gesmeekt om mijn echtgenote te beschermen van al het kwaad. De volgende ochtend had ik achterhaald dat na mijn vertrek tot de volgende ochtend toe niemand de kamer was binnen gelopen om naar haar te kijken, naar hoe zij het maakte. Deze avond en broeder Gangapersad zal ik nooit van mijn leven vergeten. Mijn echtgenote heeft zo verder de dagen moeten doorbrengen. De pijnen werden met de dag steeds erger en wij sloegen steeds alarm bij de verantwoordelijken. Zij heeft ontzettend veel pijn geleden. Sedert de operatie van 17 januari 2013 mocht zij niets eten en drinken. Zij kreeg zelfs barstjes op haar lippen. Er mocht slechts een stukje ijs op haar lippen gesmeerd worden.

Het pijnklachten werd steeds erger. Er kwam toen een andere behandelingsmethode. Nu moest ze het proberen met wat cola met zout erin dat ervoor moest zorgen dat de lucht die volgens de dokter in de darmen zat uit haar buik zou geraken. Na dit alles kon mijn echtgenote nu de gas van de cola wel uitboeren, maar er kwamen geen pufjes. Ze ging in het begin zelf naar het toilet en de badkamer tot het niet meer kon vanwege de vele slangetjes. Een verpleegkundige,Vanessa Groenveld,maakte zelfs een opmerking tegen mij dat mijn echtgenote een luie vrouw was en dat ze niet wilde lopen en geen moeite deed om te puffen, dus moest zij nu maar zelf eronder lijden. De situatie van mijn echtgenote werd steeds erger, nu was er duidelijk iets zo groot en hard als een tennisbal in haar buik te voelen en ik sloeg weer alarm. Er kwam echter geen oplossing in de buikpijn noch aan dat gezwel in haar buik dat sedert de dag na de operatie tot en met de ochtend van 21 juni 2013 duidelijk voelbaar was in haar buik. Zij heeft na de eerste operatie, los van de dag van opname, 8 zware etmalen doorgebracht in het ziekenhuis.

De extra zware doseringen van diverse antibiotica die toegediend waren aan mijn echtgenote hadden haar een beetje stabiel gemaakt Dokter van Delft had ook zijn bevindingen over de gezondheid van mijn echtgenote. Hij vond dat alles goed eruit zag en dat ze gewoon geduld moest betrachten. Ten aanzien van het gezwel in haar buik vond hij dat het in de loop der tijd zou oplossen en verdwijnen. Hij benadrukte dat hij zo een uitspraak deed op grond van zijn kennis en ervaring op zijn vakgebied. Hij vond dat mijn echtgenote al 9 dagen geïsoleerd in een kamer lag en liever naar huis moest, naar haar eigen vertrouwde omgeving en haar dagelijkse dingen moest gaan doen. Dat zou er toe kunnen leiden dat ze sneller beter zou kunnen worden. Dokter Liem en dokter van Delft vonden dat het om een hematoom ging en gaven te kennen dat het in de loop der tijd zelf zou verdwijnen. Beiden doktoren suggereerden echter ook dat het zou kunnen dat er tijdens de operatie van 17 januari 2013 waarschijnlijk gaas zou zijn achtergelaten. Na de eerste operatie had mijn echtgenote 9 dagen moeten doorbrengen in het ziekenhuis. Ze was ontslagen met een hard gezwel in haar buik.

Na ontslagen te zijn uit het ziekenhuis moest mijn echtgenote lactulose gebruiken. Volgens dokter Rao was er wat mis met de darmen, hij vond dat het vol zat met faeces en door het gebruik van lactulose zou het probleem opgelost worden. Mijn echtgenote had strikt gebruik gemaakt van dat toegeschreven middel van de dokter tot en met de laatste dag dat ze de pijnen niet meer kon verdragen en weer in het ziekenhuis belandde.

Op 6 februari 2013 was ze weer opgenomen in het ziekenhuis. Volgens de chirurg was een operatie nodig om het harde gezwel in de buik te verwijderen. Wij vonden dat de dokter daar moest operen waar het hard aanvoelde. Mijn echtgenote en ik hadden de dokter toen al gevraagd om de operatie te verrichten op de plek waar het hard aanvoelde. Wij wezen hem erop dat de plek gespannen aanvoelde en dat het van tijd tot tijd bewoog in de buik. Ook ervoer mijn echtgenote een kloppend gevoel op die plek. De dokter zei echter dat hij hetgeen zich daar bevond gewoon operatief via de bikinilijn (waar al eerder gesneden was op 17-1-2013 )zou kunnen weghalen. Volgens hem was er geen andere snee nodig om die plaats te kunnen bereiken. Via de bikinilijn zou hij ongehinderd daar kunnen aankomen om hetgeen dat daar was en dat daar niet thuis hoorde te kunnen verwijderen. Hij argumenteerde dat een nieuwe snee later als een lelijk litteken gezien zou worden en dat zou de buik van mijn echtgenote ontsieren. Ik gaf hem te kennen dat ik er geen moeite mee had als er nog een litteken bijkwam. Ik wees hem nog erop dat volgens mij ik alleen bevoegd ben om naar haar buik te kijken en ik wees hem weer erop dat ik geen moeite zou hebben met nog een litteken. De dokter wees ons erop dat wij gewoon vertrouwen in hem moesten hebben en dat wij moesten rekenen op zijn jaren lange ervaring als chirurg, het zou allemaal goed komen.

Het was al 7 februari 2013. Zij werd op die dag dan voor de tweede keer geopereerd. Na de operatie gaf de dokter mij te kennen dat mijn echtgenote gelijk had gehad te klagen over de pijnen die zij ervaarde. De dokter hield ons voor dat hij een abces ter grootte van een kleine voetbal uit de buik van mijn echtgenote verwijderd had. Hij zei dat het vlak bij de buikwand was. Hij had daarna ook een drain ingebracht aan de onderkant van mijn echtgenotes buik. Prompt de volgende ochtend voelde mijn echtgenote weer iets hards bij haar navel en gaf de dokter dit te kennen. Hij zei echter dat het te maken had met de darmen en dat het normaal was. Zij bleef dit echter voelen. Na enkele dagen moest de drain enkele cm teruggetrokken worden. Dit werd gedaan door een verpleegster, Vanessa Groenveld. Zij ging zeer ondeskundig te werk. Zij sneed de hechting door die de drain vast hield aan de buik, trok enkele cm terug en maakte toen alles vast met leukoplast. Het is logisch dat zo een drain onmogelijk vast zal blijven aan de buik. Zijn enige houvast, de hechting, was er namelijk niet meer, die was gewoon door gesneden en vervangen door leukoplast. En we weten dat leukoplast niet iets blijvends is, het raakt los. Dat is dan ook gebeurd. Zo zie je hoe ondeskundig verpleegkundigen kunnen zijn.

Tegen 2 uur in de ochtend was mijn echtgenote naar de toilet geweest en daarna lag ze weer te slapen.Toen ze tegen 3 uur weer wakker werd voelde ze geen drain meer in haar buik. De drain was ook niet op het bed .De drain lag echter op de grond. Het gebeurde is aan de nachtdienst doende verpleegkundigen gemeld. Door het zo onzorgvuldig handelen van een verpleegkundige was de drain op zo een manier los geraakt. Het gebeurde had mijn echtgenote doorgegeven aan de dokter en hem ook verzocht om voortaan liever zelf zulke handelingen te plegen. De desbetreffende verpleegkundige was later bij mijn echtgenote geweest om haar te verhoren om het gebeurde. Ze vroeg aan mijn echtgenote of ze de drain in het toilet had achtergelaten. Mijn echtgenote ontkende dit. Daarna vroeg ze of de verpleegster onzorgvuldig tewerk was geweest. Mijn echtgenote gaf haar te kennen dat het werkelijk zo was geweest. Daarna is de wond dicht geplakt met gaas. Na de tweede operatie moest ze 6 dagen doorbrengen in het ziekenhuis. Ze was weer ontslagen met een harde gezwel in haar buik. Mijn vrouw bleef de hardheid voelen in haar buik.

In de avond van 20 februari 2013 was mijn echtgenote via de EHBO met spoed opgenomen in het zieken huis om de ondraaglijke pijnen rondom het gezwel in haar buik. De hele plek was rood geworden en voelde heet aan, er was overduidelijk sprake van een zware ontsteking. Zo volgde de derde operatie op 21 februari 2013. Zij werd weer geopereerd op de zelfde bikinilijn net als de vorige keren. Al weer niet waar het hard aanvoelde en waar wij op aandrongen te opereren. Er was een drain geplaatst en vastgehecht aan de buikwand bij de bikinilijn voor het draineren van de plek. Rechts van de navel was er ook operatief een buis geplaatst en vast gehecht aan de buikwand .Via deze moest infuus het lichaam binnenstromen om de plek die volgens dokter Liem eventueel nog vuil zou bevatten schoon te krijgen. Na de operatie was de plek naast de navel even hard gebleven. Na het verwisselen van een wegwerpluier in de avonduren had mijn echtgenote de verpleegkundige, Vanessa Groenveld, verzocht een gebruikte wegwerp luier weg te doen, maar zij had het onder het bed geplaatst en daar achtergelaten.

Mijn echtgenote had een naald voor infuus aan haar linkerarm en twee drains met zakjes aan de rechterkant van haar buik; hetgeen het afstappen van het bed en het lopen bemoeilijkte. Eens was mijn echtgenote door dezelfde verpleegkundige geholpen naar het toilet en had zij haar daar achtergelaten. Toen ik dit alles tijdens de bezoekuren te horen kreeg, vond ik het heel erg, want ik was er niet voor haar op dat moment toen zij mij zo hard nodig had. Zo een gedrag van de verpleegkundige zie ik als het volgende: “mevrouw, bekijk het maar zelf want op de een of andere manier kom je toch eruit, je kan toch niet slapen of liggen in het toilet”. Ik was blij te horen dat de medepatiënt van dezelfde kamer mijn echtgenote uit het toilet had geholpen en haar tot op het bed had gebracht. Het spoelen met infuus lukte maar niet en de bovenste buis werd toen afgeknepen en dicht geplakt met leucoplast. De dagen verstreken en de pijnen werden erger en de klachten werden doorgegeven. Als oplossing hiervoor kreeg mijn echtgenote steeds paracetamol. De pijnen waren niet meer te verdragen.

Op zaterdag 23 februari 2013 was het weer niet vol te houden van de buikpijn. Op die dag was er een echo gemaakt door dokter van Delft. Tijdens het maken van de echo begon er alleen maar pus uit het lichaam van mijn echtgenote te stromen vlak naast het bovenste afgeknepen buisje. Ik raakte in paniek en smeekte om een spoedige aanpak. Hij maakte contact met dokter Liem en hield hem de situatie voor. Toen ik te horen kreeg dat er pas op vrijdag hulp verleend zou worden, werd ik razend. Ik kan me nog heel goed herinneren wat ik allemaal gezegd had aan dokter Delft. Ik heb het volgende gezegd: “IK BEN HET NIET EENS MET VRIJDAG”. Vrijdag is te ver. Menen jullie het soms niet met mijn echtgenote. Ze heeft nu hulp nodig en niet op vrijdag. Willen jullie dat ze doodgaat? Hoeveel keren willen jullie haar nog opereren? Is het misschien de bedoeling tot ze dood gaat? Laat haar nu geopereerd worden op die plek waar de harde bal in haar buik voelbaar is.

De reactie van dokter van Delft was het volgende: “Waarom doe je zo, je vrouw gaat nog niet dood, al zal ze nog 5 keren geopereerd worden”.

De woorden van dokter van Delft zijn werkelijk uitgekomen, zij is werkelijk nog eens precies 5 keren naar de OK van LMSZN gebracht. Na dit alles had hij weer contact gemaakt met dokter Liem en hij was toen wel bereid gevonden om de operatie op de daarop volgende maandag te verrichten. Ik was toch niet eens, ik vond dat mijn echtgenote op die bewuste dag hulp nodig had. De directeur en medisch directeur waren niet bereikbaar. Ik was heel bezorgd en verzocht de chirurg te mogen zien. Middels een telefoongesprek probeerde ik hem te overtuigen dat hij mijn echtgenote moest komen helpen. Als antwoord hierop kreeg ik te horen dat ik niet van hem moest verwachten dat hij meerdere malen naar mijn echtgenote zou gaan kijken.

Dokter Liem had daarna gezorgd voor een tijdelijke oplossing. Hij had een verpleegkundige van de OK belast met het plaatsen van een vacuümpomp aan het bovenste buisje zodat de vacuüm al de pus uit de buikholte zou moeten opzuigen. Tijdens dit proces kwam dokter Liem een kijkje nemen. De vacuümpomp had wat pus kunnen opzuigen tot het plotseling stopte. Er was wel wat verlichting gekomen op de druk in de buikholte, maar het was niet voldoende, de pijn bleef aanhouden. Gezien de situatie beweerde ik dat het buisje bij de joint verstopt geraakt zou kunnen zijn. De dokter vond dat ik onzin uitkraaide en hij vond dat ik tenminste tevreden moest zijn dat hij ervoor gezorgd had dat de pus middels een vacuümpomp opgezogen werd. Ik bleef hem verzoeken om het buisje van de vacuümpomp los te koppelen om voor de zekerheid te controleren of het buisje misschien verstopt geraakt zou zijn bij de joint. Ik hield hem voor dat ik geen medische kennis draag. Ik ben maar een technische man en volgens mijn technische kennis vond ik dat de zuigkracht van een pomp door een verstopping in de toevoerleiding bij een joint, zo niet bij het begin van de leiding, het heel zuigproces kan verhinderen. En gelet op de dikte van de pus met weefsel is zoiets wel te verwachten. Na vele verzoeken, stemde hij toe met de woorden :“ ik laat de joint ontkoppelen om je tevreden te stellen en je zal zelf zien dat het niet verstopt was”.Toen de joint geopend werd ,was het werkelijk verstopt, er zat een stukje gestold bloed van ongeveer 2,5 cm lang vast in de joint, die vervolgens werd weggehaald. Daarna werd de vacuümpomp weer aangesloten waardoor er weer wat pus uit de buikholte gezogen werd. Dokter Liem maakte nog ook de opmerking dat alles goed komt en dat we allemaal mensen zijn.

Op dezelfde dag tijdens het middagbezoek kreeg ik van mijn echtgenote te horen dat ze weer een opgeblazen gevoel in haar buik voelde. Dit was al eerder meegedeeld aan de verpleegkundigen. Volgens hun was er al een maatregel getroffen en het zou volgens hun zelf beter worden en mijn echtgenote moest van haar zijde ook een beetje kunnen verdragen. Ik was het niet eens met deze bewering. Volgens mij kon alleen een verstopping voor zo een gevoel zorgen. Ik belde de dokter en hield hem de situatie voor en mijn bevindingen. De dokter hield mij voor dat hij alles al gedaan had dat nodig was en dat ik me toen rustig moest houden en volgens hem moest ik gewoon vertrouwen in de dokter hebben. Hij hield me voor dat zolang ik vertrouwen in hem heb, alles goed zal komen. Hij hield mij voor dat de situatie van de ochtend heel anders was en dat ik toen gelijk had gehad en nu moest ik niet ervan uitgaan dat ik steeds gelijk zal hebben. Ik bleef beweren dat er weer een verstopping had plaatsgevonden en omdat ik het niet kon zien, vond ik dat het aan het begin van dat buisje in de buikholte was. Hij vroeg mij hoe ik het dan in de buikholte kon zien. Ik hield hem weer voor dat ik geen medische kennis draag en dat ik het zaakje weer van de technische kant bekeek. Ik hield hem voor dat een machine niet kan praten en klagen over een ongerief, maar dat de mens je wel kan vertellen dat ze ontzettend veel pijn ervaart. Daarna was de dokter bereid te praten met een verpleegkundige om hetgeen ik gevraagd had uit te voeren. De dokter had daarna gebeld naar de zusterpost en ik moest verder afhandelen met de verpleegkundigen. Bij de zusterpost aangekomen, werd ik onheus behandeld door de dienstdoende verpleegkundige. Zij slingerde woorden naar me als: “bepaalde mensen denken dat ze beter weten dan een dokter. Ze moeten gewoon hun plaats kennen. Het zijn wij verpleegkundigen die de patiënten verzorgen en het wordt nu aan ons gezegd wat wij moeten doen”.

De verpleegkundige liep de kamer binnen en vroeg aan mij waar ik enige verstopping zag. Ik hield haar voor dat ik al gesproken had met de dokter en de dokter ook al voorgehouden had dat de verstopping volgens mij aan het begin van dat buisje in de buikholte moest liggen. De verpleegkundige zei daarna het volgende: “ bepaalde mensen weten meer dan de dokter en ze kunnen zelfs in de buik van de patiënt kijken’’. Zij vroeg mij verder op een beledigende toon wat zij verder moest doen. Ik vroeg haar de joint te ontkoppelen zodat de zuigkracht in het buisje terug kon dringen en de eventuele verstopping aan het begin van het buisje op zo een manier los kon geraken. Het gevraagde werd gedaan door de verpleegkundige en na het ontkoppelen van het buisje bij de joint, maakte zij een opmerking dat zij niets bij de joint zag. Zij hield mij nog voor dat ik nu tevreden moest zijn en dat zij het buisje niet langer open kon laten staan. Voor mij was het open laten van het buisje al genoeg om de zuigkracht in het buisje te laten terug dringen. Daarna maakte de verpleegkundige de joint weer vast. Zij verliet de kamer met de woorden “ bepaalde mensen denken dat ze meer weten dan de dokter.” Na ongeveer 3 minuten of zo begon de vacuümpomp weer te zuigen; er kwam eerst lucht, daarna weefsel van zo een 2cm lang, daarna weer lucht en daarna weer weefsel van zo een 2cm lang en verder gewoon pus uit de buikholte. Na dit alles werd de druk in de buik van mijn echtgenote wat minder en daarna liep ik naar de zusterpost om te melden dat mijn echtgenote hun nodig had. Brullend werd er aan mij gevraagd of er wat was gekomen .Ik gaf geen antwoord op de vraag, groette hun met een glimlach en liep weg.

Na dit alles had ik dokter Liem weer gebeld om hem te bedanken dat hij gehoor had gegeven aan mijn verzoek. Hij reageerde heel boos toen hij door had dat ik hem gebeld had. Hij zei :“Meneer Jairam, wat is er nou weer aan de hand ‘’. En als antwoord hierop, zei ik 3 keren achter elkaar dank u wel, dank u wel, dank u wel. Toen begon hij te lachen en daarna vertelde ik dat de hulp goed aan gekomen was. Hij zei dat het allemaal goed zou komen, we zijn toch allemaal mensen.

Op 25 februari werd mijn echtgenote voor de vierde keer naar de OK gebracht. Er was weer een echo gemaakt en daaruit bleek dat er nog steeds pus in de buikholte van mijn echtgenote was. Na overleg met de dokter werd besloten dat er een dikkere buis geplaatst zou worden. Hiervoor moest mijn echtgenote weer onder de narcose. De dikkere buis zou beter in staat zijn de pus uit de buikholte te halen. Dokter Liem vertrok op 29 februari 2013 naar Nederland en in zijn plaats kwam dokter Gobardhan. Volgens dokter Gobardhan was deze buis te dun voor het afvoeren van pus. Hij zei dat er gewoonlijk dikkere buizen gebruikt worden voor het draineren van een buikabces. Wij hadden de hele situatie vanaf de eerste operatie tot en met de overname van dokter Gobardhan aan hem verteld. Hij vertelde dat hij wel bekend is met buikabces en dat hij ervaring heeft met de behandeling ervan. Hij verzekerde ons ervan dat hij zijn best zou doen om mijn echtgenote te verlossen van die ellende en dat wij vertrouwen in hem moesten hebben. Hij vond dat de harde plek in de buik van mijn echtgenote infiltraat weefsel was, die volgens hem kon overleven of sneuvelen en veranderen in pus. Dat op zijn beurt zorgt dan weer voor een buikabces. Hij liet de 2 drains zo lang als mogelijk in de buik van mijn echtgenote en hij trok ze steeds met een paar centimeters terug. Deze dokter deed het zelf en hij had de hechtingen niet doorgesneden zoals de verpleegster het gedaan had. Het was opvallend dat diezelfde verpleegkundige die eerder de hechting had weggeknipt ook was komen meekijken hoe een drain beetjes bij beetjes terug getrokken dient te worden. Mijn echtgenote bleef echter de harde plek in haar buik voelen en pijn ervaren. Zij voelde zelfs dat er iets als een bal in haar buik bewoog.

Op 7 maart 2013 was ik tijdens het ochtend bezoek aan het praten met mijn echtgenote. De directeur, Elias, ging langs de kamer waar mijn echtgenote lag en hij stopte even om mij te groeten. Ik liep naar hem toe en gaf hem een hand. Daarna kwamen er twee mannen de kamer binnenlopen en zij vroegen aan mijn vrouw of zij mevrouw Jairam is. Mijn vrouw bevestigde dit. Zij beweerden dat zij doktoren waren en speciaal uit Paramaribo waren gekomen voor de behandeling van mijn vrouw. Aan mij werd gevraagd of ik de echtgenoot ben. Toen ik dit bevestigde werd aan mij gezegd dat ik mij naar buiten moest begeven. Ik wees hun erop dat ik haar echtgenoot ben en kreeg te horen dat ik perse daarom naar buiten moest. Aan mij werd voorgehouden dat ik zien noch horen mocht wat er daar zou plaats vinden. Ik dacht dat zij chirurgen waren en dat LMSZN deze personen werkelijk voor mijn echtgenote uit Paramaribo had laten halen .Ik werkte toen mee, liep naar buiten en stond op de gang buiten de kamer te wachten. Daarna werd er weer aan mij gemeld dat het duidelijk genoeg aan mij gezegd was dat ik zien noch horen mocht wat er allemaal in de kamer zou plaats vinden en op grond hiervan moest ik verderop gaan staan. Een van de heren liep achter mij aan om ervoor te zorgen dat ik vier kamers verder verwijderd moest gaan staan wachten. Gedurende de tijd hield hij ook daar de wacht in de gang zodat ik niet terug kon lopen naar de kamer waar mijn echtgenote lag. De manier van handelen en het gedrag van de twee personen jegens mij kwam zeer bruut en onbeschoft over.

Ik bleef een tijdje wachten totdat ik door had dat in dezelfde kamer er nog een patiënt was en bij haar waren er wel vier bezoekers aanwezig. Het voelde niet prettig aan om zo behandeld te worden door deze vreemde mensen. Ik vroeg aan die man die mij daar aan het bewaken was wat dit alles te betekenen had. Ik als echtgenoot moest ver buiten de kamer zijn terwijl de andere patiënt met familieleden wel in dezelfde kamer aanwezig mochten zijn. Als antwoord hierop kreeg ik te horen dat ik nog rustig moest blijven wachten tot dat de dokter klaar was en uit de kamer zou komen. Ik begon toch naar de kamer te lopen en werd dan tegengehouden en terug gedirigeerd tot waar ik eerder stond. Ik zei hem dat dit alles zo vreemd voor mij was en ik verzocht hem om mijn tas uit de kamer voor mij te halen zodat ik weg kon gaan en zij hun werk ongehinderd verder konden voort zetten. Hij weigerde dit voor mij te doen en ik liep toen zelf naar de kamer toe, maar hij probeerde mij weer te beletten dat ik niet in de kamer kon aankomen. Ik duwde hem opzij en het lukte mij op zo een manier de kamer binnen te gaan, ik greep mijn tas en liep toen weg. Ik zei hun nog dat ze hun gangetje konden gaan en ik liep weg van daar. Dit alles had zich voor gedaan tijdens het ochtendbezoek en dit gebeuren werd goed gevolgd door het ziekenhuispersoneel, de bezoekers en patiënten van LMSZN. Later heb ik van mijn echtgenote begrepen dat het niet om chirurgen ging. Nadat ik de kamer verlaten had, had de man zich voorgesteld als psychiater Berger en gaf te kennen dat hij gestuurd was door de directeur Elias. De andere man was broeder Gobardhan. De psychiater gaf te kennen dat hij op aandringen van directeur Elias mijn echtgenote was komen behandelen en vroeg mijn echtgenote of zij de hulp van een psychiater nodig had. Mijn echtgenote zei van nee, zij heeft alleen haar man nodig. Volgens Elias hadden de chirurgen zich al maximaal ingezet en gezien er geen vooruitgang in zicht was had hij dan een psychiater op de patiënt afgestuurd. Volgens directeur Elias had mijn echtgenote geen chirurgisch hulp meer nodig maar wel psychische hulp.

Bij mij reist de vraag waarom deze twee personen zo ruw en brutaal tegen mij tekeer zijn gegaan. Ik zat rustig met mijn echtgenote te praten en werd plots op zo een ruwe manier van haar weggerukt. In ons 20 jarig huwelijksleven hebben wij nog nooit de hulp van een derde nodig gehad. Wij delen alles samen met elkaar en zijn niet van plan het ooit anders te doen. Waar halen zij en de directeur Elias het recht vandaan om ons zoiets aan te doen?

De volgende ochtend werd ik gebeld vanuit het secretariaat van het ziekenhuis met de mededeling dat de directeur mij wilde spreken. Ik was op tijd daar om goed gebruik te kunnen maken van deze gelegenheid om de directeur alles te vertellen over de vorige dag. Hij gaf toe dat hij de psychiater op mijn echtgenote had afgestuurd. Ik hield hem ook voor dat ik het gebeurde bijna via GFC nieuws bekend had gemaakt. Ik had hiervan afgezien omdat de psychiater de naam Elias genoemd had, hetgeen zeer ongeloofwaardig bij mij overkwam. Als antwoord kreeg ik van hem te horen dat hij dan het ander deel van het verhaal naar buiten zou gooien. Ik vroeg hem toen wat hij daarmee bedoelde. Hij weigerde mij dit echter te vertellen.

Aangezien er geen verandering kwam in de situatie van mijn echtgenote, verzochten wij dokter Gobardhan ons een verwijsbrief te geven voor een MRI scan. Op 12 maart 2013 werd er een MRI scan gemaakt bij Radiologisch kliniek Halfhide en Hofwijk. Het resultaat van de scan werd opgestuurd voor LMSZN. Hierin was er duidelijk vermeld dat er ter hoogte van de navel een vochtcollectie van 7,5 x 6cm zichtbaar was. De vochtcollectie had een dikke wand die aankleurde na i.v.contrast. Het beeld paste bij een abces. Ook werd er vermeld dat beide eierstokken volledig in de buikholte aanwezig waren.

Bij mij reist nu de vraag wat er eigenlijk gedaan was op 17 januari 2013.Was mijn echtgenote speciaal geopereerd om een buikkompres in haar buik achter te laten? Zijn haar beide eierstokken daadwerkelijk verwijderd of is zij voor de gek gehouden?

Na een lang verblijf van 16 dagen werd mijn echtgenote eindelijk ontslagen uit het ziekenhuis. Elke week moest zij voor controle bij dokter Gobardhan met laboratorium resultaten totdat zij weer op 27 april met spoed via de EHBO opgenomen moest worden om onmiddellijk geopereerd te worden. Bij deze operatie was er weer een drain geplaatst in de buik van mijn echtgenote. Dit was de vijfde operatie voor mijn echtgenote voor dit jaar. Gezien de vele nare ervaringen in het ziekenhuis verzochten wij de dokter om mijn echtgenote de volgende dag al naar huis te sturen. Hierna moest mijn echtgenote wekelijks voor controle bij de dokter. Voor elke controle moest zij steeds een bloedonderzoek laten doen om de ontstekingsparameters(bezinking en crp)te laten controleren. Het moment dat deze veels te hoog waren ,was er weer een operatie noodzakelijk om op zo een manier de ontsteking weg te halen. Ook de pijnen werden steeds onverdraaglijk. Er werd haar geen antibiotica toegediend totdat het resultaat van een kweek binnen was. Intussen was dokter Liem terug en hij schreef mijn echtgenote een zware antibioticakuur voor. Gezien er steeds pus bleef komen uit de buik van mijn vrouw, schreef hij haar de ene kuur na de andere voor. Hij probeerde met diverse antibiotica, maar niets hielp en dan was hij het ook gaan proberen met waterstof peroxide. Tweemaal daags werd de buikholte van mijn echtgenote uitgebruist met peroxide. Ik heb heel veel geld besteed aan het kopen van steriele gaaskompressen, leukoplast, handschoenen, vloeibaar betadine, alcohol, spuitjes, naalden, peroxide, wegwerpluiers en doekjes, bijdehandjes en flessen voeding voor het behandelen en verzorgen van de operatie wonden op de buik van mijn echtgenote. De apotheekassistenten van apotheek Fung, Apotheek LMSZN aan de Landingstraat, apotheek Soma en de apotheek van AZP zijn getuigen hiervan.

Het bruisen ging zo door totdat haar navel begon te zwellen en zij voor de zesde keer op 4 Juni 2013 weer naar de OK moest. Na dit was het weer tweemaal daags uitbruisen met peroxide en elke week moest zij weer voor een laboratoriumonderzoek en controle bij de chirurg. De dokter beweerde dat hij zich maximaal had ingezet volgens al zijn jarenlange ervaring op zijn vakgebied. Hij vond dat het aan het lichaam van mijn echtgenote lag, dat volgens hem maar niet wilde herstellen. De dokter zei dat hij zijn uiterste best had gedaan om het probleem aan te pakken, maar het was het lichaam van mijn echtgenote dat steeds weer pus bleef produceren. De verpleegkundigen vroegen ons of mijn echtgenote misschien een diabeet was. Wij wezen hun erop dat het niet zo is. Iedereen vond het vreemd dat mijn echtgenote steeds geopereerd moest worden. Toen zij in het ziekenhuis lag, kwamen en gingen de medepatiënten naar huis, maar mijn echtgenote bleef achter in het ziekenhuis. Iedereen zei ons dat er wat mis kon zijn op een ander gebied dat niet met het medische te maken had en dat wij buiten hulp moesten zoeken.

Ik heb het ook geprobeerd en op zo een manier heb ik duizenden SRD verspild zonder enige resultaat. Dit gaf mij de zekerheid dat er geknoeid was tijdens de eerste operatie van 17 januari 2013. Ik kreeg dan de zekerheid dat er verband was achtergelaten in de buik van mijn echtgenote. Mijn echtgenote was de hele situatie al beu. Zij dacht dat zij van binnenuit aan het rotten was en dat zij het niet meer zou halen. Zij dacht dat het haar laatste dagen waren. Zij sprak op een heel andere manier tot mij en onze twee kinderen. Op het laatst kwam er geen pus meer uit de drain, maar die harde en pijnlijke plek bleef. Mijn echtgenote had ontzettend veel moeite met lopen, opzitten en opstaan van het bed. Zij bleef steeds meer pijn voelen. Haar laboratoriumresultaten gaven aan dat de ontsteking in haar buikholte enorm gestegen was. Op grond hiervan was het weer noodzakelijk dat ze geopereerd moest worden. Er was geen andere uitweg dan een operatie. Tijdens een gesprek met de dokter hadden mijn echtgenote en ik hem gesmeekt om voor deze keer tenminste naar ons verzoek te luisteren en de buik op de harde plek open te snijden. De plek waarover wij steeds voor elke operatie aandrongen open te snijden en nooit gehoor hebben gekregen van de doktoren. De plek die sedert de operatie van 17 januari 2013 als een harde plek naast de navel van mijn echtgenote aanvoelde, de plek die steeds heet werd, de plek vanwaar alle pijn en pus kwam, de bron van alle ellende. De dokter wees ons weer erop, net als de voorgaande keren, dat de snee later als een lelijk litteken op de buik van mijn vrouw te zien zal zijn. Net als de voorgaande keren gaf ik hem weer als antwoord dat volgens mij ik alleen bevoegd ben om naar de buik van mijn vrouw te kijken en ik heb hem altijd voorgehouden dat ik geen moeite met een litteken heb. Ik hield hem voor dat ik voor de gezondheid van mijn echtgenote kies. Na dit gesprek was de dokter wel bereid om op die plek te opereren. Hij hield ons voor dat volgens hem het vlees in de buik hard kon zijn geworden omdat er steeds sedert februari drains in de buikholte werden geplaatst. Op grond hiervan vroeg ik de dokter om dan het hard geworden vlees dat zoveel ellende had veroorzaakt, weg te snijden en dan wilde ik het graag na de operatie zien. En als het werkelijk achtergebleven gaas was, wilde ik het ook zien. De dokter ging akkoord met onze afspraak en daarna volgde de zevende operatie.

Op 21 juni 2013 werd mijn echtgenote voor de zevende keer geopereerd in de OK van LMSZN. Ik zat buiten de OK te wachten totdat de operatie achter de rug zou zijn. Na verloop van tijd kwam dokter Pepa uit de OK. Zij liep de MCU binnen en toen zij mij zag, gaf zij mij te kennen dat het lijden van mijn echtgenote voorgoed voorbij was. Uit deze woorden begreep ik direct dat er toch eindelijk wat gevonden en verwijderd was uit de buik van mijn echtgenote. Kort daarna zag ik dokter Rao haastig de OK binnengaan. Dit gaf mij toen de zekerheid dat hetgeen dat voor al die ellende gezorgd had, te maken had met de operatie van 17 januari 2013. Kort daarna kwam dokter Liem uit de OK. Hij riep mij naar zich toe. Bij hem aangekomen, vroeg hij mij om de OK binnen te treden. Ik deed wat hij vroeg en liep naar binnen. Daar aangekomen vertelde hij mij dat hij iets verwijderd had uit de buik van mijn echtgenote. Ik vroeg hem of het werkelijk om een stuk hard geworden vlees van de buikholte ging, hetgeen hij mij een dagje eerder voorgehouden had. Hij zei:’Nee, er is wel een gaasje gevonden.’Ik reageerde daarop:”Dokter, een gaasje?”( ik dacht in mezelf een gaasje, dan moet het wel iets zijn van 2cm bij 2cm).Toen herinnerde ik de dokter aan de gemaakte afspraak tussen ons die wij eerder afgesproken hadden, namelijk dat ik hetgeen dat tijdens de operatie uit de buikholte van mijn echtgenote verwijderd zou worden, zou mogen zien. De dokter reageerde heel positief hierop en zei dat ik het volste recht had daarop. Het bleek een gaaskompres te zijn met een grootte van 30cm bij 30cm bij 1cm en het zat vol met pus en bloed. Het had werkelijk de vorm van een bal waarover mijn echtgenote steeds had geklaagd sinds de eerste operatie van 17 januari 2013. Het klopte precies met haar klacht dat zij iets als een bal op die plek voelde bewegen en dat haar enorm veel pijn deed. Het zat werkelijk daar waar ik sedert de eerste operatie verzocht had om te opereren.

Na het gaaskompres gezien te hebben, pakte ik mijn mobiel. Als eerste belde ik mijn raadsman, mijn broer Deepak Jairam, en hield hem voor dat mijn echtgenote op die dag voor de zevende keer geopereerd was en dat er een gaaskompres van 30cm bij 30 cm bij 1cm uit haar buik was verwijderd. Dat het gaaskompres sedert de eerste operatie van 17 januari 2013 in de OK van LMSZN in haar buik was achtergelaten. Ik vroeg hem om terstond te starten met juridische stappen en de medische commissie en tuchtcollege in te schakelen. De tweede persoon die ik opbelde was mijn huisarts, mijn zwager dokter Jaggernath, en de derde persoon die ik opbelde was mijn oudste broer Narin Jairam. Toen ik na de gesprekken om mij heen keek, was ik omringd door de blauwe pakjes die werkzaam zijn in de OK van LMSZN. Zij vroegen mij of ik soms van plan was hun te laten opsluiten, want uit mijn gesprek hadden zij begrepen dat ik net gesproken had met mijn raadsman. Zij probeerden mij wijs te maken dat het aan het OK-team te danken was dat zij net nog meegeholpen hadden om mijn echtgenote van alle ellende te verlossen. Ik op mijn beurt gaf hun te kennen dat zij de schuldigen waren van al die ellende en dat zij aansprakelijk gesteld zullen worden. Zij bekenden dat zij schuldig waren aan de hele situatie, maar maakten daarna kenbaar dat zij hun fout tijdens deze operatie gecorrigeerd hadden. Ik was het niet eens met ze. Ik hield hun voor dat het aan hun te wijten was dat mijn echtgenote sedert 17 januari 2013 alleen maar pijn had geleden, wat zij niet verdiend had. Ik hield hun voor dat mijn twee kinderen en ik ook ontzettend veel geleden hebben onder de hele situatie. Ik hield hun voor dat mijn moeder door zich zorgen te maken een hartinfarct had gekregen en via het EHBO in de MCU van LMSZN belandde. Ik hield hun voor dat wij in een rechtstaat wonen en dat het recht zal zegevieren. Ik hield hun voor dat de daders gestraft zullen worden. Er werd aan mij gevraagd wie ik zo graag gestraft wilde zien.

Mij werd geadviseerd om alles rustig te laten en ik moest volgens hun liever met niemand hierover praten. Er is ontzettend veel gebeurd in de OK achter de gesloten deuren. Het ging om een hevige ruzie tussen mijn persoon en het OK-team. De ruzie stopte maar niet en het werd steeds erger en erger. Het was te zwaar voor mij, ik stond tegenover het hele OK- team. Ik kon het niet meer aan. Ik kreeg barstende hoofdpijn. Ik voelde gewoon stoom uit mijn hoofd komen. Ik kon vanaf dat moment niet meer praten. In mijn beide handen ,vanaf mijn pols, voelde ik alleen maar tintelingen en daarna begonnen mijn beide handen te beven. Terwijl dit alles gebeurde werd er nog steeds op mij gebruld. Ik wilde reageren, maar ik kon geen respons geven omdat ik niet meer kon praten. Ik kan mij nog herinneren dat ik in elkaar zakte. Iemand pakte mij van achteren en legde mij neer op een bankje in de OK en nog iemand hield mijn benen vast. Ik kon mijn lichaam niet meer bewegen, mijn lichaam was lam geraakt. Mijn ogen waren opengebleven en ik kon zien. Ik kan mij nog herinneren dat alle blauwe pakjes om mij heen stonden en omlaag naar mij keken. Wat ze allemaal zeiden, kan ik mij niet meer herinneren en hun gezichten ook niet. Zoiets heb ik voor het eerst in mijn leven meegemaakt. Hoelang ik daar lag,weet ik niet. Ik kan mij wel herinneren dat er alcohol op mijn gezicht werd gesmeerd en daarna accolade.

Ik heb beide geuren kunnen herkennen en ik kan mij nog herinneren dat ik accolade in mijn oog had voelen prikken. Ik kan mij herinneren dat iemand mij had laten zitten en water had laten drinken. Tijdens het drinken van het water verslikte ik mij en kreeg ik weer gevoel in mijn lichaam, maar tegelijkertijd kon ik niet meer zien. Ik kon niets meer zien, maar wel horen. Ik kan mij nog herinneren dat iemand mij cola had laten drinken. Ik kan mij nog herinneren dat dokter Jaggernath mij bij mijn naam riep en mijn schouder aanraakte. Ik kon hem niet zien, maar ik reageerde wel op zijn stem. Daarna zag ik zwarte figuren en na een tijdje kon ik weer iedereen in de OK herkennen. Het was een echte nachtmerrie dat ik overdag bij bewustzijn beleefde. Zoiets zal ik nooit kunnen vergeten. Sedert dit alles heb ik een blijvende, soms ook stekende hoofdpijn.

Toen ik echter bijkwam hoorde ik: “Kom op jongen, kom op. Je bent een sterke jongeman. Je moet je vrouw straks zien. Als zij jou zo ziet, zal ze ziek worden. Zij heeft jou nu hard nodig”.Toen ik al ready was, liep ik naar de plaats toe waar mijn echtgenote op een bed naar buiten werd gebracht. Er werd mij gemeld niets aan mijn echtgenote te vertellen over het verwijderd gaaskompres. Toen ze al buiten was, begroette ik haar en vroeg ik aan haar hoe zij zich voelde. Ik vroeg aan haar of zij misschien wist of er wat uit haar buik was verwijderd. Zij gaf geen antwoord en glimlachte tegen mij. Ik vertelde haar toen dat zij verlost was van haar buikprobleem. Ik zei aan haar:”Wij zijn nu in de OK en voordat wij de OK verlaten mag je weten wat er al die tijd in jouw buik was achtergelaten sedert de operatie van 17 januari 2013 .Het was een gaaskompres van 30cm bij 30cm bij 1cm en het is nu voor altijd voorbij.”De mensen in de blauwe pakjes waren weer boos op mij, maar zij hadden geen vat meer op mij. Ik had samen met mijn echtgenote de OK verlaten. In de patiëntenkamer aangekomen, kreeg ik van mijn echtgenote te horen dat toen zij nog binnen was in de OK , zij was bijgekomen en alles gehoord had over wat er met mij gebeurd was. Het gebeurde werd onderling in de OK besproken.

Tijdens deze operatie waren er twee drains geplaatst op de plek vanwaar het gaaskompres verwijderd was om eventueel vocht te kunnen draineren. Mijn echtgenote ervoer een andere soort pijn rechts boven in haar buik. Toen hadden wij nog niet door dat de bovenste drain de darm van mijn echtgenote had geperforeerd en zodoende deze pijn veroorzaakte. Mijn echtgenote gaf de pijnklachten aan de dokter door en zij kreeg hiervoor een prikje. Deze hielp echter niet, de pijn bleef aanhouden. De dokter zei dat het eventueel spierpijn zou kunnen zijn, aangezien hij de buikwand had opgetild tijdens de operatie. De inhoud in de drainzakjes vonden wij vreemd, maar de dokter zei dat het normaal was. Op 23 juni 2013 had mijn echtgenote een stukje komkommer in de ochtenduren gegeten en in de middaguren vond zij een komkommerpitje in de buis van de bovenste drain. Later kwam er ook een stukje kousenband eruit. De dokter werd direct gemeld en hij kwam zelf kijken. De dokter gaf toen openlijk toe dat er sprake was van een darmperforatie. Vanaf dat moment mocht mijn echtgenote niets meer eten en drinken. Hij gaf toen opdracht direct te beginnen met het spoelen (met infuus)van de buik van mijn echtgenote, zodat de gelekte darm inhoud op zo een manier uit haar buik kon geraken. Op 24 juni 2013 moest mijn echtgenote voor de achtste keer naar de OK. De dokter had besloten de bovenste drain middels plaatselijke verdoving een beetje terug te trekken.

Het spoelen was voor een dag en daarna werd het stopgezet. Mijn echtgenote leefde nu alleen van infuus. Voor ons was de ellende nog niet achter de rug, dit was erbij komen kijken. Wij maakten ons ontzettend veel zorgen over de gezondheid van mijn echtgenote. Gezien alles steeds mis ging hier in LMSZN, besloten wij voor verdere hulp naar AZP te gaan. De specialist was het niet eens dat ik mijn echtgenote naar AZP zou brengen voor verdere behandeling. Hij hield ons voor dat als wij na hulp verkregen te hebben in AZP,weer naar Nickerie terug zouden komen, wij daarna niet voor controle behandeling bij hem moesten terug komen. Hij had ons al voorgehouden dat hij mijn echtgenote niet zou behandelen.

Mijn echtgenote moest met spoed naar AZP vervoerd worden voor de ontstane darmperforatie na de operatie van 21 juni 2013.De specialist had na het verwijderen van het achtergelaten gaaskompres ook operatief 2 drains geplaatst in de buik van mijn echtgenote. Hij was zeer ondeskundig te werk gegaan. In plaats van 2 drains te plaatsen, had de specialist een echte drain en een afgeknipte buis van een drain in de buik van mijn echtgenote gestopt. U weet hoe scherp een afgeknipte tuinslang aanvoelt, precies zo scherp was de afgeknipte buis. Door het binnenstoten van de afgeknipte buis had de specialist een gat gemaakt in een darm van mijn echtgenote. Hierdoor kwam al het voedsel in de buikholte terecht en dit is levens bedreigend als er niet snel deskundig medisch hulp geboden wordt.

In AZP heeft mijn echtgenote een heel goede behandeling gekregen. Op de derde dag was ze naar de OK van AZP gebracht en er was een centrale lijn in haar lichaam geplaatst. Zij mocht niets eten en niets drinken. Zij werd middels deze lijn gevoed en op zo een manier in leven gehouden. Daarnaast kreeg zij ook diverse medicatie. De zorg in AZP was uitstekend, daar zag je gewoon hoe de specialisten zich om de patiënt bekommerden. Er waren enkele echo`s , röntgenfoto`s en drie CT scans gemaakt in het AZP om te kunnen zien hoe alles inwendig eruit zag.

In de vroege ochtend van 3 juli 2013 moest ik mijn echtgenote laten registreren voor een CT scan in de CT scan kliniek na contant betalen van SRD 500, zodat er op die dag een CT scan van mijn echtgenote gemaakt zou kunnen worden. Tegen 11:00 uur was de bovenste drain uit de buik van mijn echtgenote verwijderd. Deze drain was de afgeknipte buis die tijdens de operatie van 21 juni 2013 in de buik van mijn echtgenote was geplaatst. Door het plaatsen van deze drain met een scherpe uiteinde had de specialist een gat gemaakt in een darm van mijn echtgenote en hiervoor moest mijn echtgenote met spoed naar AZP voor verdere behandeling. Vanaf 11:15uur moest mijn echtgenote 5 keren achter elkaar steeds om de dertig minuten 100ml contrastmiddel drinken. Na 3 keren drinken begon het contrastmiddel via de onderste drain naar buiten te stromen. Tegen 15 :15uur werd mijn echtgenote gebracht voor een CT scan en daarna weer terug naar de kamer. In de kamer aangekomen, werd zij direct weer gebracht voor een tweede CT scan en tegen 18 :30 uur werd zij voor de derde keer gebracht voor een derde CT scan. Ik vraag me wel af of het ondergaan van een CT scan nadelig is voor het lichaam. Mijn echtgenote moest zich drie keren achter elkaar onderwerpen aan een CT scan om het ondeskundig handelen van het medisch team van LMSZN.

De familie Sanjai Jairam is slachtoffer geworden in dit alles. Wij hebben veel pijn, stress en verdriet moeten lijden. De kinderen hebben het heel zwaar gehad, zij hadden moeite met studeren en concentreren tijdens de lessen op school. Zij hebben maanden lang hun moeder moeten missen vanwege de onoplettendheid van het OK- team van LMSZN. Ik denk niet dat wij dit verdiend hebben en ik denk ook niet dat dit goed te praten is.

Wij zijn zeer gelovig en volgens ons geloof moet je als mens rechtvaardig bezig zijn. Laat het niet liggen in de vorm van vergeven na zoiets ervaren te hebben. Vergeef niet als door het vergeven mensen hun leven in gevaar kan geraken. Als je door te vergeven andere patiënten hun leven in gevaar brengt, ben je evenveel verantwoordelijk en dat is zondigen.

Ik vertel dit alles aan u zodat u ook alert wordt. Voordat een patiënt geopereerd wordt, gaat die onder narcose. Wat er daarna met de patiënt wordt gedaan, weten alleen de specialisten en het OK-team. Voordat de operatie begint wordt al het materiaal in het bijzijn van de specialisten en het OK -team gezamenlijk geteld. Na de operatie wordt al het materiaal weer geteld door het OK -team en de specialisten. Als alle ogen van alle personen in de OK gezamenlijk goed geteld hebben, krijgt de specialist de goedkeuring van al de personen om de opengesneden buik weer dicht te hechten. Voordat de patiënt de OK verlaat wordt alles weer geteld om te verifiëren of alles klopt. Als al de operaties van de OK voor die dag al achter de rug zijn, wordt alles van die dag weer voor de laatste keer geteld. Dit om fouten te voorkomen voordat materiaal dat verbrand moet worden in de oven naar de oven wordt gebracht.

Mijn echtgenote is al slachtoffer geweest en ik zie het als mijn taak om u te informeren zodat u op tijd kunt handelen als u merkt dat het niet goed gaat met uw familielid. Morgen kan misschien hetzelfde gebeuren met uw dochter, vrouw, moeder, zus of een overig familielid.

Probeert u zich eens in mijn schoenen te plaatsen. Probeert u dit alles te ervaren en een oordeel te vellen over het gebeuren en vraag u uw zelve af hoe u zou reageren bij elke operatie en de behandeling die je als partner van een patiënt krijgt in het ziekenhuis LMSZN.

Probeert u zich eens in de schoenen van mijn echtgenote als patiënt te plaatsen en alles te ervaren wat zij allemaal heeft moeten meemaken en doorstaan.

Probeert u uw kinderen in de situatie van mijn twee kinderen, een van 16 jaar en een van 7 jaar, te plaatsen om te mogen ervaren wat zij allemaal hebben moeten doorstaan gedurende de opnames in LMSZN en daarna in AZP. Gedurende deze periodes waren de kinderen ,die zo gehecht zijn aan hun moeder, genoodzaakt het te redden zonder haar. U weet hoeveel u als kind van uw moeder houdt en wat zij voor u als kind betekent. Tijdens de afwezigheid van hun moeder hadden zij mij,hun vader, om hun te kunnen opvangen en te troosten. De opname in AZP betekende dat zij nu ook hun vader moesten missen. De afstand tussen Nickerie en AZP is geen kleinigheidje.

Kunt u zich voorstellen wat deze kinderen hebben moeten meemaken en verdragen? Met welke onzekerheid zij leefden en met welk hart zij naar school gingen? Met hoeveel moeite zij hebben moeten studeren ? Tijdens de lessen op school waren zij afwezig. Er was geen glimlach meer op hun gezicht, zij hadden geen plezier meer. Hebben zij als kinderen dit verdiend? Wij als ouders onderhielden telefonisch contact met hun. Buiten de bezoektijden om onderhielden wij ook telefonisch contact met elkaar. Telefoneren is niet gratis. Vanaf de opname van de eerste operatie van 17 januari 2013 tot en met het ontslag van AZP en het verblijf in Paramaribo voor na-controle heb ik duizenden SRD besteed aan belkaarten. Middels het telefoonverkeer kon ik in contact blijven met mijn echtgenote in de ziekenhuizen en met onze kinderen in het verre Nickerie.

Het hele gebeuren is te wijten aan de specialisten en het dienstdoende OK -team van LMSZN die op 17 januari 2013 mijn echtgenote geopereerd hebben om een gaaskompres in haar buik achter te laten. Door deze misdadigers hebben wij maanden lang veel ellende, pijn en verdriet moeten meemaken en enorme financiële uitgaven moeten doen. Het gebeurde is niet goed te praten. De daders lopen nog vrij en ongestraft rond terwijl mijn echtgenote haar verdere leven onnodige pijnen moet blijven ervaren en accepteren.

Familie Jairam

Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net  /GFC

10-11-2013

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2013. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics