Nickerie.Net, zaterdag 19 maart 2016


Emile Wijntuin: Radeloos, reddeloos en redeloos

19.Mar 2016

Het jaar 1672 staat in Nederland bekend als “het Rampjaar”. Uit die periode stamt de uitspraak: “Het volk was redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos”. Als burger van Suriname anno 2016, kan ik mij levendig voorstellen wat men toen in Nederland voelde. Ik vrees met grote vreze dat 2016 “het Rampjaar” voor Suriname wordt. De neergang op haast elk gebied in onze samenleving is meer dan verontrustend. Het stilzwijgen en zelf afwezigheid van belangrijke leiders van ‘s lands bestuur is onheilspellend. De situatie die wij nu meemaken in ons land is ongekend in de vaderlandse politieke geschiedenis. En hoewel sommigen, vooral jongeren, het niet willen horen, is wat wij nu plukken, de vrucht van het zaad dat is geplant op 25 februari 1980.

Ik had het voorrecht ongeveer vier decennia een bijdrage te mogen leveren aan de ontwikkeling van dit land. Bovendien ben ik in de leer geweest bij enkele grondleggers van onze politieke orde zoals Johan Ferrier, Jagernath Lachmon en pater Weidman. Ik durf daarom met een zekere autoriteit te praten over het bestuur van ons land. De meest markante politieke persoonlijkheid uit onze geschiedenis is ongetwijfeld Johan Adolf Pengel.

De ondersteuning en populariteit die hij genoot onder het volk was zo groot dat hij zich bijna van alles kon permitteren. Zo presteerde hij het om tegelijk Minister-President, minister van Financiën, minister van Binnenlandse zaken en minister van Algemene Zaken te zijn. Van hem is ook de uitspraak: “Alleen dood en ziekte kunnen mij verwijderen van deze plek”.

Helaas, voor hem, overspeelde hij zijn hand in 1969 toen hij het ontslag van zijn kabinet aanbood aan gouverneur Johan Ferrier wegens meningsverschillen binnen het kabinet. Gouverneur Ferrier accepteerde het ontslag, benoemde een zakenkabinet (Kabinet May) die de opdracht kreeg nieuwe verkiezingen uit te schrijven.

De partij van Pengel verloor deze verkiezingen. Na die nederlaag werd de heer Pengel door vroegere bewonderaars als hoofdschuldige van de neergang aangewezen. Niet lang daarna overleed hij als een teleurgesteld man. In één van zijn laatste televisietoespraken gaf hij aan dat hij omringd was door parasieten (fjo- fjo’s) die alleen maar van hem wilde profiteren.

Toch was Pengel eerder hiervoor gewaarschuwd. Ondergetekende, onder andere, sprak in de Staten van Suriname bij de behandeling van de z.g. Ormet overeenkomst als volgt: “Mijnheer de voorzitter deze kwestie is hoe men het wendt of keert een zeer tragische. Deze zaak heeft de val van het kabinet Pengel veroorzaakt. En niemand behoeft mij iets anders wijs te maken.

Voor de minister-president moet dit een grote slag geweest zijn om te beseffen dat hij, de idool van het Surinaamse volk, na vijf maanden het veld moet ruimen. M.d.v. het had nooit zover mogen komen. Wanneer men naar goed bedoeld advies had willen luisteren en niet naar dat van schijnvrienden dan was het niet zover gekomen.

En dat het zover is gekomen, is te wijten aan het feit -het moge hard klinken, maar wij zijn hier om de waarheid te vertellen- dat de minister-president zich helaas laat omringen door flatteurs: door mensen die erop uit zijn om materiële voordelen te halen. M.d.v., men hoeft er niet op te reageren; men hoeft het niet met mij eens te zijn, maar grift U deze woorden in uw hart.

De minister-president zal eens ervaren dat de mensen die hem nu adoreren, die direct klaar staan om het wierookvat te hanteren om hem te bewieroken, hem, wanneer hij deze positie niet meer bekleedt, zullen laten vallen.” Ik meen overeenkomsten te zien tussen het Rampjaar van Nederland, de geschiedenis van J.A. Pengel en de situatie van Suriname vandaag.

Bron/Copyright:
Nickerie.Net / GFC 14-03-2016

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2016. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics